Kabinet had geen oor voor signalen stille ramp verpleeghuizen
De „stille ramp” die zich vooral in het begin van de coronacrisis voltrok in de verpleeghuizen was geen stille ramp, zei DENK-leider Farid Azarkan in het debat over de aanpak van de eerste zes maanden van de crisis. Hij en PVV en SP trokken al snel bij onder meer het kabinet aan de bel, maar dat had daar volgens Azarkan geen oor voor. De DENK-leider verwijst naar een passage uit het eerste onderzoeksrapport van de Onderzoeksraad voor Veiligheid (OVV).
Na signalen dat het aantal besmettingen in verpleeghuizen sterk steeg, drongen onder meer DENK, PVV en SP aan op het verstrekken van beschermingsmiddelen aan personeel in verpleeghuizen, als ook bezoekers, zei Azarkan. Ook aan de bredere vraag voor aandacht voor de situatie in verpleeghuizen, wilde de bewindslieden geen aandacht besteden. „We kregen hele vage antwoorden”, zei Azarkan. „De focus was gericht op de cure.” Daarmee doelt hij op de ziekenhuiszorg.
Maarten Hijink (SP) sloot zich bij DENK aan. „Het spreken over een stille ramp doet geen recht aan wat zich daar heeft voltrokken. Het was geen stille ramp. Het was alleen een stille ramp voor die mensen die niet wilden luisteren naar alle geluiden van zorgmedewerkers die daar werkten”, zei Hijink.
Vanuit verpleeghuizen kwamen volgens Hijink duidelijke „noodkreten”. Het personeel wilde beschermingsmiddelen zodat zij hun werk veilig konden doen. „Dat was niet iets stils. Honderden malen hebben we dat hier benadrukt. Duizenden malen hebben zorgmedewerkers dat aan ons laten weten.”
Een van de conclusies van de OVV in zijn eerste onderzoeksrapport was dat er in de eerste maanden van de coronacrisis veel te weinig oog was voor de zorg in verpleeghuizen. De OVV sprak van een „stille ramp” die zich daar had voltrokken.