De Stichting Vogelwacht Egmond verzette zich als laatste natuurorganisatie tegen het plan om 36 windmolens op 8 kilometer uit de kust in de Noordzee te bouwen. De windmolens kosten volgens de Vogelwacht honderden vogels het leven, omdat ze op de route van trekvogels zijn gepland.

Bij de Raad van State klaagde de vogelwacht dat er vooralsnog geen sluitend meetsysteem bestaat om het aantal vogels te meten dat sneuvelt als ze in de wieken van het windmolenpark worden vermalen.

De raad stelt vast dat er intussen een aantal meetmethodes in ontwikkeling is en dat een van deze methodes zal worden toegepast. Verder maakte de vogelwacht aanspraak op een deel van het geld dat de minister van Verkeer en Waterstaat beschikbaar stelt om natuur te compenseren die door het windmolenpark verloren gaat.

De Raad van State oordeelt dat de eis van het geld losstaat van de vergunningsprocedure. De vogelwacht moet daarvoor bij de minister aankloppen.

Enige tijd geleden heeft de Stichting Duinbehoud haar verzet tegen het windmolenplan opgegeven. Duinbehoud nam genoegen met een half miljoen euro van Nuon en Shell, waarmee de natuur in het kustgebied kan worden hersteld.

Greenpeace is groot voorstander van het windmolenpark en is dan ook verheugd met de uitspraak van de Raad van State. De milieuorganisatie hoopt dat Shell en Nuon snel met de bouw van de windmolens beginnen.

De raden van bestuur van Nuon en Shell nemen naar verwachting op korte termijn een definitieve beslissing. „Het ziet er gunstig uit”, zei een woordvoerder van Nuon. Hij noemde de uitspraak van de Raad van State „een belangrijke stap naar realisatie van het windmolenpark.”

Een aantal zaken moet nog worden geregeld. Als alles goed gaat, kan in het voorjaar 2006 met de bouw van het park worden begonnen. Dat moet in één zomerseizoen gebeuren. „In de winter moet je niet op zee zijn”, aldus de woordvoerder. Dat zou betekenen dat het park in het najaar van 2006 operationeel wordt.