Laatste Boeing 747 verlaat Amerikaanse fabriek
Boeing levert dinsdag het laatste toestel van het type 747, ook wel bekend als de jumbojet. Die bijnaam kreeg het vliegtuig omdat het bij zijn introductie veel groter was dan andere vliegtuigen. Het laatste toestel, een vrachtvariant, verlaat de fabriek in de staat Washington en wordt overgedragen aan de Amerikaanse luchtvaartmaatschappij Atlas Air.
De 747 werd bekend door zijn makkelijk herkenbare tweede dek in het voorste gedeelte van het toestel, waarbij in de meest luxueuze uitvoeringen zelfs een wenteltrap tussen de verdiepingen zat. De vrachtvliegtuigen van het type 747 vielen op vanwege de neus die opengeklapt kon worden om goederen in en uit te laden.
De eerste 747 maakte Boeing in 1967 om met een breder toestel meer passagiers te kunnen vervoeren. Twee jaar later vloog het vliegtuig voor het eerst. De gigantische omvang van het vliegtuig en de afstand die het kan afleggen „maakte het voor de middenklasse mogelijk om voor een betaalbare prijs buiten Europa en de Verenigde Staten te reizen”, zegt luchtvaartdeskundige Michel Merluzeau.
Boeing maakte in juli 2020 al bekend te stoppen met het maken van de 747-vliegtuigen. De jumbojet was afgelopen jaren minder populair. Zuinigere tweemotorige modellen van Boeing en concurrent Airbus kwamen meer in trek. Een ander vliegtuig, de Airbus 380, is momenteel het grootste toestel en verbruikt minder brandstof dan de 747.
In totaal maakte Boeing 1574 vliegtuigen van dit type. De Boeing 747-toestellen die nu in gebruik zijn kunnen nog tientallen jaren vliegen. KLM nam in maart 2020 al afscheid van de 747, al werden twee van die toestellen in april en mei nog speciaal ingezet voor vrachtvluchten van en naar China met het oog op het vervoer van medische apparatuur en hulpmiddelen.