Gemeenten: teruglopende animo investeerders bij nieuwbouw
Gemeenten in de provincies Utrecht, Overijssel, Gelderland en Zuid-Holland merken een teruglopende interesse van investeerders zoals ontwikkelaars, corporaties en beleggers voor nieuwbouwprojecten. Dat zeggen diverse gemeenten in reactie op een rondvraag door het ANP over nieuwbouwplannen. Dat komt onder meer door de problemen in de woningbouw zoals stijgende bouwkosten en hogere hypotheekrente, maar ook door het nog ontbreken van regels voor de middenhuur. Dat zijn woningen voor middeninkomens, tussen de ongeveer 750 en straks ongeveer 1100 euro per maand.
Zo signaleert het Overijsselse Hengelo een „landelijke trend dat investeerders en ontwikkelaars gaan aarzelen”. Dat „beginnen we incidenteel te merken in gesprekken met deze ontwikkelaars”, aldus de gemeente. De gemeente Rijswijk (Zuid-Holland) laat weten dat projecten die verkocht moeten worden aan een belegger „nu moeilijker lopen”. De gemeenten Nieuwkoop (Zuid-Holland), Ede (Gelderland) en Rhenen (Utrecht) constateren ook een „meer voorzichtige” houding of „terughoudendheid” bij ontwikkelaars. Nieuwkoop geeft hogere bouwkosten als reden.
In de gemeente Enschede (Overijssel) wachten beleggers met investeren tot de middenhuur is gereguleerd. Daardoor nemen ze geen investeringsbeslissing, aldus een woordvoerder. „Alleen de woningbouwcorporaties investeren nog volop door.” De wijzigingen van de middenhuur moeten in 2024 ingaan, maar moeten nog door het parlement.
De gemeente Den Haag zegt dat onlangs bij een project voor middeldure huurwoningen een woningcorporatie is „ingesprongen” na het terugtreden van een belegger. „Dat kan niet tot het oneindige, gezien de beperkte investeringsruimte van corporaties in onze regio”, aldus een woordvoerder.
De gemeente Leiden (Zuid-Holland) meldt dat de huidige marktomstandigheden zoals hogere bouwkosten niet zorgen voor uitstel van projecten, „hooguit dat investeerders hun beslissing om geld te stoppen in een nieuwbouwproject soms voor de start van de bouw uitstellen”. „Dit effect zien we dan pas op zijn vroegst twee jaar later (dus in 2024) terug in de cijfers voor oplevering”, zegt een woordvoerder.
Vorige week riep bouwontwikkelaar Ballast Nedam na een rapport van het Economisch Instituut voor de Bouw over een voorspelde rem op de woningbouwproductie op tot meer investeringen van beleggers in de woningmarkt. Volgens Onno Dwars, directeur van bouwontwikkelaar Ballast Nedam Development, wachten grote beleggers zoals pensioenfondsen af en tonen ze weinig interesse in met name grote bouwprojecten. Ze willen dat alle risico’s uit een project zijn voor ze instappen, zoals dat alle vergunningen zijn geregeld. Daardoor worden minder projecten in aanbouw genomen.