Onderwijzend personeel in Portugal eist massaal meer loon
Tienduizenden Portugese leraren en onderwijzers van publieke scholen zijn zaterdag in Lissabon de straat opgegaan om meer loon en betere werkomstandigheden te eisen. Ze verhoogden daarmee de druk op de regering, die worstelt met de crisis die is ontstaan door de almaar stijgende kosten van het levensonderhoud. Volgens de politie waren er ongeveer 80.000 leerkrachten op de been in de hoofdstad. Ze riepen leuzen als „voor banken zijn er miljoenen, voor ons slechts centen”.
De socialistische premier António Costa heeft, een jaar nadat hij een meerderheid kreeg in het parlement, te maken met een sterk dalende populariteit en toenemende protesten. Niet alleen werknemers in het onderwijs maken hun bezwaren kenbaar, maar bijvoorbeeld ook professionals in de zorg, onder wie artsen.
De vakbond STOP wil dat onderwijsgevenden en ondersteunend personeel op school er ten minste 120 euro per maand op vooruit gaan. Bovendien moeten ze sneller carrière kunnen maken. De overheid heeft nog geen specifiek loonbod gedaan voor leraren, maar heeft wel gezegd dat alle ambtenaren die maandelijks minder dan 2600 euro verdienen er 52 euro bij krijgen.
Leerkrachten klagen dat ze door de bevriezing van de salarissen in het verleden al jaren tot de slechtst betaalde overheidsdienaren in Portugal behoren. Door de grootste inflatie in dertig jaar is de financiële nood in de beroepsgroep inmiddels enorm. Een onderwijzer in de laagste loonschaal krijgt ongeveer 1100 euro in de maand, iemand in de hoogste categorie kan nog geen 2000 euro tegemoet zien.