Groen & duurzaamheidTuinvogeltelling

Geen grote wijzigingen verwacht in top tien tuinvogeltelling

Voor de twintigste keer wordt vrijdag, zaterdag en zondag de jaarlijkse tuinvogeltelling gehouden. De Vogelbescherming verwacht in de top tien, steevast aangevoerd door de huismus, geen grote verschuivingen.

Theo Haerkens
26 January 2023 20:02Gewijzigd op 26 January 2023 20:32
Halsbandparkiet. beeld Theo Haerkens
Halsbandparkiet. beeld Theo Haerkens

Hoe die top er precies uitziet, hangt gedeeltelijk af van het weer. „Bij een dik pak sneeuw gaan de bosvogels, zoals de vink, ergens anders op zoek naar voedsel en dan kun je zomaar een hele groep in je tuin treffen”, vertelt woordvoerder Marc Scheurkogel van de Vogelbescherming.

18998462.JPG
Vink. beeld Theo Haerkens
„Het beste kun je tuinvogels tellen kort na zonsopkomst of kort voor de zon weer onder gaat”, zegt Scheurkogel. „Als ze wakker worden, gaan vogels op zoek naar voedsel en dan heb je de meeste kans dat je ze te zien krijgt. Dat doen ze ook aan het einde van de dag, een uurtje voor het donker wordt en ze gaan slapen.”

Scheurkogel beseft maar al te goed dat het niet leuk is om een halfuur te kijken en geen enkele waarneming te kunnen doorgeven. Tegelijk is dat soms wel nodig, „om het plaatje compleet te krijgen”. Droog weer geeft in elk geval de grootste kans op waarnemingen, want als het regent „verstoppen de vogels zich en krijg je ze niet te zien”.

Sneeuw

De huismus is al twintig jaar de vaakst getelde vogel in Nederland, gevolgd door de koolmees. Daarna wordt het een race tussen de pimpelmees, het kleinere meesje met een lichtblauw ‘petje’ op, en de merel. Zij wisselen steeds stuivertje op drie en vier.

De vijfde plaats is dan weer voor het roodborstje of voor de kauw, die doorgaans in groepen opereert en in elk geval zijn partner in de buurt heeft. Maar bij een dikke laag sneeuw –die overigens niet wordt verwacht– zou de vink zomaar de vijfde positie kunnen pakken.

De Vogelbescherming is verheugd dat de merel vorig jaar de vierde plaats innam bij de tuinvogeltelling. De zwarte zanger heeft het een aantal jaren zwaar te verduren gehad vanwege het besmettelijke usutuvirus. Dat maakte vooral tussen 2016 en 2019 veel slachtoffers. Het virus waart nog steeds rond en steekt, net als een griepvirus regelmatig de kop op. „Elk jaar zijn er wel uitbraken, maar niet op zo’n grote schaal als een aantal jaar geleden.”

Sinds 2020 lijkt de merelstand zich weer te herstellen en Scheurkogel is dan ook benieuwd hoe de telling dit jaar uitpakt. Gezonde merels kunnen wel twaalf jaar oud worden, een enkeling haalt zelfs de twintig jaar, maar een ziekte kan flink huishouden en dat was in de tellingen te zien. Overigens worden lang niet alle vogels zo oud.

De meeste koolmezen bijvoorbeeld, worden niet ouder dan een jaar. Scheurkogel rekent voor: „Als er uit een nestje van acht of negen jongen twee volwassen worden, blijft de populatie gelijk.”

Niet alle vogels die in de tuin of op het balkon worden gezien, zijn inheems. Een bekende nieuwkomer is de groene halsbandparkiet, die zich inmiddels landelijk een plaatsje in de top 25 heeft verworven. In de vier grote steden, waar de vogels soms lawaaioverlast geven, kunnen ze bij tellingen veel hoger scoren. Verder zijn deze parkieten in Zoetermeer en Gouda prominent aanwezig en ook in Ouddorp, op Goeree-Overflakkee, leeft een populatie.

Hoewel Vogelbescherming de vinger aan de pols houdt, zijn er geen aanwijzingen dat de parkieten inheemse soorten verdringen. Dat is een belangrijk criterium om al dan niet op te treden en dergelijke zogeheten invasieve exoten te bestrijden.

Vorig jaar telden 170.000 deelnemers bij elkaar 2,4 miljoen vogels. Wie wil meetellen kan gebruik maken van een speciale smartphonevriendelijke app die is te vinden op mijntuinvogeltelling.nl. Op die site staan ook afbeeldingen om de 25 meest voorkomende tuinvogelsoorten te herkennen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer