Meditatie: Als schapen tussen de wolven
Mattheüs 10:16
„Ziet, Ik zend u als schapen te midden van de wolven. Wees dan voorzichtig gelijk de slangen en oprecht gelijk de duiven.”
De Heere zegt: „Als u met Mij aan mijn borst samen bent, maar Mijn geboden niet doet, zal Ik u verstoten en u zeggen: Gaat van Mij weg, Ik ken u niet, waar komt u vandaan, werkers van ongerechtigheid?” Broeders, daarom zullen we ons verblijf op deze aarde eraan geven en de wil doen van Hem, Die ons geroepen heeft. Ook zullen we niet bang zijn deze wereld te verlaten. De Heere zegt immers: „Weest als schapen midden tussen de wolven”. Petrus antwoordde Hem met de woorden: „Maar als de wolven de schapen nu verstrooien?” Jezus zei tot Petrus: „De schapen moeten na hun dood bang zijn voor de wolven. U moet niet bang zijn voor hen die u doden maar u verder niets kunnen doen. Weest bang voor Hem, Die macht heeft na uw dood uw ziel en lichaam in de brandende hel te werpen. U weet, broeders, dat het verblijf van het lichaam in deze wereld onbetekenend en kort is, maar de belofte van Christus is groot en wonderlijk. Hetzelfde geldt voor de rust in het komende koninkrijk en het eeuwige leven. Wat moeten we doen om deze dingen te bereiken? Niets anders dan heilig en rechtvaardig leven en deze wereldse dingen als vreemd beschouwen en ze niet begeren. Als we begeren die te bezitten, dan raken we af van de weg der gerechtigheid.
Clemens, kerkvader in Alexandrië
(”Tweede brief aan de Korintiërs”, 2e eeuw)