Auto toerist teistert Walcherse dorpen
Gevaarlijke situaties, trillingen, fijnstof: de eens zo rustige Zeeuwse dorpjes Aagtekerke en Grijpskerke zuchten onder verkeersdrukte, die de leefbaarheid bedreigt. „We zijn het afvoerputje van Walcheren.”
De gemeente Veere wil haar inwoners betrekken bij het oplossen van de enorme verkeersdrukte in Aagtekerke en Grijpskerke. In het hoogseizoen zijn er dagen dat op piekuren twaalfduizend tot zestienduizend auto’s door de Zeeuwse dorpen razen, van en naar de populaire kustplaatsen Oostkapelle en Domburg.
Dat moet snel anders. Maandagavond besprak de raadscommissie Ruimtelijke Ontwikkeling onder grote publieke belangstelling het Gemeentelijk Verkeers- en Vervoersplan (GVVP) van Veere, dat zes jaar geleden uitkwam. Tijd voor een tussenevaluatie. Veertien inwoners maken deze maandag gebruik van hun spreekrecht, „ongekend” veel volgens een raadslid.
Veel inwoners maken duidelijk dat het hun steekt dat het GVVP in 2017 zonder hun inspraak tot stand is gekomen. Verder rijst het beeld op van een gemeente die kustdorpen als Domburg en Oostkapelle wel de lusten laat smaken van het bloeiende toerisme, maar niet de lasten. Die krijgen Aagtekerke en Grijpskerke te verduren. Een geboren en getogen Grijpskerkse vertelt dat ze in angst zit sinds haar achtjarige kleindochtertje zelfstandig door het dorp naar haar vriendinnetje loopt. „Ik houd mijn hart vast als ik zie hoe hard ze hier soms rijden.”
Aftakking
Ook wijzen bijna alle sprekers erop dat de verkeersproblemen ontstonden toen de N57 bij Serooskerke een aftakking kreeg richting Grijpskerke en Aagtekerke.
Die aftakking moet verdwijnen, klinkt het maandag bijna in koor. „Beter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald”, vertolkt iemand het gevoel. „We willen niet het afvalputje van Walcheren zijn. Gemeente, betrek alle inwoners bij de aanpak van dit enorme verkeersprobleem, en zorg voor draagvlak. Want anders laten we het groene hart van Walcheren bloeden terwijl ondertussen de Walcherse kust floreert.” Applaus klinkt op de overvolle publieke tribune, zoals na bijna iedere spreker.
Wat het alternatief zou moeten zijn? Inwoners opperen oplossingen zoals een rondweg die de kustplaatsen van Walcheren verbindt of de aanleg van ringwegen.
Verantwoordelijk wethouder Ruud van Houten (VVD) kan weinig toezeggen. „Ik kan nu niet zeggen of ik volgend jaar voldoende financiële middelen heb voor een oplossing”, zegt hij. „Maar ik ben heel blij met de ideeën van de inwoners. Daar ga ik mee aan de slag.”
Wel zegt de wethouder toe zich hard te maken voor een snelheidsbeperking in de dorpen, nadat een van de insprekers vertelt dat 80 tot 90 procent van de auto’s die de dorpen doorkruisen, te hard rijdt. Probleem is alleen dat de wegen waar het om gaat bij verschillende overheden in beheer zijn. Veere zal dus met onder meer het waterschap in overleg moeten.
Charme
Wat vinden de dorpsbewoners er van? Joyce loopt met haar zoontje en drie honden langs de Hondegemsweg, vlakbij de kruising met de Schuitvlotstraat en de Middelburgseweg, een berucht punt in Grijpskerke waar het ’s zomers zeer druk is. „Ja, het is echt heel veel wat er langs komt”, zegt Joyce. „Bovendien wordt er veel te hard gereden. En dan denderen ook de trekkers door de straat en vraag ik mij af: is het nog van deze tijd om al dat verkeer maar dwars door een dorp te leiden? Ik woon zelf in de Schuitvlotstraat en in de zomer moet ik soms minutenlang wachten voor ik van mijn oprit kan rijden vanwege de niet aflatende stroom passerende auto’s. De toeristen zijn welkom op Walcheren, maar op deze manier verliest het eiland zijn charme.”
Marieke Rottier denkt dat de drukte in Aagtekerke in korte tijd „is verdrievoudigd”. Rottier woont met haar gezin in de Burgemeester Bosselaarstraat in Aagtekerke, die ligt op de route naar Domburg. „Ik moet in de zomer weleens tien minuten wachten voor ik met mijn drie kleine kinderen de straat kan oversteken.” Desondanks geniet de Aagtekerkse van haar woonplek. „Het is hier nog steeds heerlijk wonen. En laten we eerlijk zijn, het toerisme brengt drukte met zich mee, maar is voor ons eiland toch ook een belangrijke inkomstenbron. Laten we dat ook niet uit het oog verliezen.”