„Het valt wel mee in Wekerom”
Kapotte bierflesjes, een gapend gat in een mededelingenbord, een eenzame boomstronk en een grote zwarte plek in de berm van de weg. Dat zijn de nog zichtbare restanten van de roerige jaarwisseling in Wekerom. Toch spelen de problemen met jongeren al langer, zeggen inwoners. „Maar overal is toch wel wat? Het valt wel mee in Wekerom.”
De meningen over wat er bij de jaarwisseling is gebeurd, zijn divers. Het Veluwse dorp werd toen geteisterd door rumoerige jeugd die op de centrale kruispunten vernielingen aanrichtte en mensen lastig viel. Er sneuvelden verkeersborden en zelfs een complete boom werd omgezaagd.
Duidelijk is in ieder geval dat de gemiddelde Wekerommer er niet graag over praat. „Wij zijn een stug volkje”, zegt een jonge vrouw. „Bovendien praten degenen die het slachtoffer zijn geworden van vernielingen niet graag. Uit angst dat de jongeren verhaal komen halen.”
De onrust in Wekerom begon al in de zomer van het afgelopen jaar. Een directe aanleiding was er volgens veel dorpsbewoners niet. Duidelijk is wel dat de overlast zich concentreert rond twee bankjes op het Dorpsplein. Daar schoolt de jeugd samen nadat de plaatselijke horecagelegenheden, zoals dancing Hent uut ’t Zaand en bar Celebration, gesloten zijn. Midden in de nacht houden ze met hun scooters, auto’s, luide muziek en gepraat omwonenden uit de slaap.
Het blijft echter niet bij het elkaar ontmoeten. Ook worden vernielingen aangericht. Soms dusdanig ernstig dat zelfs ’stugge’ Wekerommers aangifte doen. Een andere keer kunnen mensen er ook wel om lachen. Zoals toen de jongeren een touw bonden aan de klok van de Nederlandse hervormde kerk en middenin de nacht de klok lieten luiden. „Het halve dorp is daardoor wakker geschrokken”, zegt een medewerkster van een plaatselijke winkel. Inmiddels heeft het kerkgenootschap maatregelen genomen om herhaling te voorkomen: in de klokkentoren zijn de onderste treden van de trap die naar de klok leidt, verwijderd.
Minder gelachen wordt er om de vernielingen. Zoals het boompjes uit een tuin rukken of eieren tegen de ramen gooien. „Bij ons zijn inderdaad vernielingen aangericht”, bevestigt een bewoner van het Dorpsplein. „Daarvan hebben we aangifte gedaan.”
Hij zegt het gedrag van de jongeren meer dan beu te zijn. „Maar bang? Dat zijn we nog geen moment geweest.”
Anderen -niemand wil met zijn naam in de krant- betuigen hun steun aan de extra politiesurveillances die burgemeester Robbertsen van Ede maandag aankondigde. „Ze moeten ze opsluiten, dat tuig”, zegt een voorbijganger. „Het hele dorp weet wie de raddraaiers zijn. Maar iedereen houdt hun de hand boven het hoofd. De een uit angst voor represailles, de ander omdat hij het allemaal maar laat gaan. En zo gaat de jeugd naar de bliksem.”
Toch is de overlast voor een deel al teruggedrongen. Dat zegt Fred Siep, beheerder van café Celebration aan het Dorpsplein. Rondom ’zijn’ café was het een halfjaar geleden wekelijks raak. Sinds de gemeente Ede hem echter een boze brief stuurde, probeert de uitbater de cafébezoekers meer in toom te houden. „We maken ze duidelijk dat ze hier niet meer welkom zijn als ze rotzooi trappen. Wij hebben er natuurlijk geen belang bij dat ons café uitgroeit tot grootste overlastpunt van het dorp.”
Siep heeft naar eigen zeggen „goede gesprekken” gehad met omwonenden. „Maar ik kan natuurlijk niet voorkomen dat de jeugd hier 50 meter verderop bij de bankjes op het plein gaat zitten.”
De groep die verantwoordelijk wordt gehouden voor de onrust in het dorp, bezoekt voor het overgrote deel een illegale ”keet” aan de Essenbroekerweg. Die is gehuisvest in een bakhuis naast een boerderij. Daar drinken ze zich een stuk in de kraag, om vervolgens de boel op stelten te gaan zetten.
„Dat ze zuipen is al erg”, zegt een meisje, „maar laten ze daar anderen niet door hinderen. Er zijn genoeg keten in de buurt waar niemand last van heeft. Maar het loopt hier echt de spuigaten uit. Het begint al met hoe ze naar de keet toerijden. Over het fietspad, met de auto. En dan scheuren, hè. Pas zag ik er ’s middags om 13.00 uur al iemand heensjezen. Levensgevaarlijk. Je moet er niet aan denken dat je met je fiets of skeelers daar rijdt. Je kunt geen kant op.”
De jongeren aanspreken op hun gedrag betitelen dorpsbewoners als „zinloos.” Een jonge vrouw: „Er zijn er wel die het doen, maar het helpt niks. Je krijgt dat bovendien gegarandeerd betaald gezet.”
Of de extra politie-inzet helpt, wordt ook betwijfeld. „Dat werkt vaak als een rode lap op een stier. Het gaat er dan al gauw om wie de politie het meest durft te provoceren.”
„Er moet gewoon meer te doen zijn voor jongeren”, zegt cafébaas Siep. „Maar wat? Ik zou het ook niet precies weten.”
Een mentaliteitsverandering? Een oude man met pet denkt dat dat ook niet zal gaan. „Die jongeren laten zich hun vrije leventje door niemand afpakken. Bovendien horen die keten er in deze streek helemaal bij. Zelfs de meest reformatorische ouders laten hun kinderen er heengaan. Daar zit het probleem al. Wekerommers kunnen wel die jongeren de schuld geven van alles, maar iedereen zou eerst maar eens naar zichzelf moeten kijken.”