Ds. B. Reinders draagt schat in aarden vat
Hoewel sinds 2017 vervroegd met emeritaat, gaat ds. B. Reinders (65), die zondag 25 jaar in het ambt staat, „nog bijna elke zondag” in een kerkdienst voor. „Ik ben dankbaar dat God mij nog steeds voor dienstwerk wil gebruiken.”
Dat hij na het vraaggesprek meteen van huis moet –regelmatig helpt hij in het naburige Hasselt bij de opvang van Oekraïense vluchtelingen–, laat zien dat ds. Reinders, hoewel niet meer verbonden aan een eigen gemeente, genoeg om handen heeft. „Maar de druk is er de laatste vijf jaar wel vanaf, hè? Ik kan nu beter mijn eigen agenda bewaken. Tegelijk ben ik dankbaar dat ik na mijn vervroegde emeritaat nog werk kan verrichten. We zijn lid van de christelijke gereformeerde kerk in Hasselt. Daar en elders leid ik soms een begrafenis, ik geef hier in de buurt belijdeniscatechisatie en ga nog bijna elke zondag in een kerkdienst voor.”
Nu zo’n anderhalf jaar geleden streek het echtpaar Reinders neer in het kleine plaatsje Zwartsluis. Ze genieten er van de levendigheid van de pleziervaart en van vijf van hun zes kleinkinderen die in de buurt wonen. Voorheen diende ds. Reinders drie gemeenten in de Christelijke Gereformeerde Kerken (CGK). Daarvoor was hij politieman in Capelle aan den IJssel.
Dat hij ooit predikant zou worden, kwam vroeger nooit bij hem op. „Ik deed op de mavo het zogeheten pretpakket. Dat zegt genoeg.” Na een tijdje in een houthandel te hebben gewerkt, reageerde hij op een wervingsactie van de politie. „Vijftien jaar heb ik daar, met genoegen, gewerkt. Ik was onder meer wijkagent en heb motorsurveillance gedaan. Nog altijd bezit ik een motor”, glimlacht de predikant.
Verdieping
Begin jaren negentig nam zijn leven een wending. „In die periode ervoer ik een geestelijke verdieping. Mijn vader werd ernstig ziek en getuigde van de hoop die in hem was. Dat sloeg bij mij in. Jawel, ik was een kerkelijke jongen en op een bepaalde manier ook wel gelovig, maar op dat moment zette de Heere me stil met de vraag: En jij nou? Als jij voor diezelfde poort zou staan? Dat heeft ertoe geleid dat ik, na een tamelijk korte zoektocht, de rijkdom inzag van Gods genade in de Heere Jezus. En wel zo sterk dat ik ook het verlangen kreeg om de vreugde van het geloof aan anderen te gaan doorgeven.”
Dat betekende wel dat agent Reinders flink aan de bak moest. „Ik heb jarenlang volwassenonderwijs VWO gevolgd, inclusief Grieks en Latijn. Na mijn toelating tot de Theologische Universiteit Apeldoorn heb ik daar van 1991 tot 1997 gestudeerd; de eerste twee jaar bleef ik nog in deeltijd bij de politie werken. Ik was in mijn jaar de enige oudere student.”
Ds. Reinders’ eerste gemeente was Mijdrecht, waaraan hij in 1998 –hij was inmiddels 40–werd verbonden. „Het was een van de gemeenten die destijds met ds. R. Kok is meegegaan. Vooral bij ouderen merkte ik nog wel dat bij hen van die, zeg maar, bevindelijke vragen leefden die te maken hadden met hun achtergrond in de Gereformeerde Gemeenten. Ik vond het bijzonder dat ik, vanuit mijn eigen achtergrond in de cgk van Rotterdam-West, die vragen kon begrijpen.”
Voor het gezin was de overgang naar het pastorieleven groot. Mevrouw Reinders: „De kinderen vonden dat lastig. Die staan niet graag in de schijnwerpers. Vanuit Capelle konden ze op de fiets naar de middelbare school, de Revius. Nu moesten ze met de bus een lange reis maken naar de Driestar.”
Na Mijdrecht volgde, in 2003, Zwaagwesteinde. „Daar hebben we een mooie tijd gehad. In die Friese gemeente heerste de cultuur dat mensen hun openbare belijdenis soms lang uitstelden, tot ze persoonlijke geloofszekerheid hadden. Vaak liet men dan ook de kinderen niet dopen. Kwam het dan later wel tot belijdenis doen, dán doopte ik soms een heel gezin.”
In 2012 volgde ds. Reinders’ laatste gemeente, Harderwijk. „Daar raakte ik na twee jaar burnout. Eerst dacht ik nog dat ik er wel weer uit zou komen. In mijn vorige gemeenten had ik immers ook enkele malen een periode gehad waarin ik even wat gas terug moest nemen? Dit keer ging het echter anders. Het elastiek had, achteraf bezien, jarenlang zo onder spanning gestaan dat de rek eruit was. Het ging niet meer, het was op.”
Ds. Reinders en zijn vrouw ervoeren het „als Gods liefdevolle zorg” dat de kerk waarin hij mocht dienen „de voorziening heeft dat, als het écht niet meer lukt, je van de druk van het gemeentepredikantschap verlost wordt.”
Zondag hoopt hij voor te gaan in zijn eerste gemeente, Mijdrecht, in een dienst waarin aandacht gegeven zal worden aan zijn jubileum; en de zondagen daarna ook in Zwaagwesteinde en Harderwijk. „Ik hoop dan te preken over de tekst waarover ik ook bij mijn intrede sprak, te weten 2 Korinthe 4:5: „Want wij prediken niet onszelf, maar Christus Jezus als Heere”. En dan pak ik er ook vers 7 bij: „Wij hebben deze schat in aarden vaten”. Want wat een genade dat God dit aarden vat, waarin ook nog eens barstjes zitten, wilde gebruiken. En dat ik nog steeds mag dienen.”