CGB geeft school gelijk na ontslag
De Commissie Gelijke Behandeling (CGB) vindt het terecht dat de vrijgemaakte Gereformeerde Scholengemeenschap Randstad (GSR) in Rotterdam techniekleraar J. A. Bazuin (55) uit Hendrik-Ido-Ambacht heeft ontslagen na zijn aansluiting bij de nieuwe vrijgemaakten.
De docent heeft „op basis van onschriftuurlijke synodebesluiten” gemeend zich te moeten vrijmaken van de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt (GKV). De GSR accepteerde dit niet en ontsloeg Bazuin vorig jaar. De docent vroeg de CGB om een uitspraak, nadat hij eerst bot ving bij de commissie van beroep van de GKV.
Bazuin verklaarde eind november tegenover de CGB zich ongelijk behandeld te voelen. Op de Rotterdamse school mogen zowel leden van de GKV als leden van de Christelijke Gereformeerde Kerken (CGK) lesgeven. Daarmee is de GSR volgens de docent een interkerkelijke school en zijn er wat hem betreft geen gronden voor ontslag.
De CGB wijst er in haar oordeel op dat zij niet in meningsverschillen over theologische leerstellingen mag en wil treden. Daarom onderzocht de commissie met name hoe consequent de school is in de uitvoering van het personeelsbeleid op grond van zijn identiteit. Uit dat onderzoek kwam volgens de CGB duidelijk naar voren dat de school de functie-eis om lid te zijn van de GKV of de CGK ziet als noodzakelijk voor de verwezenlijking van de grondslag en daarin consequent handelt. „De functie-eis van het kerklidmaatschap is neergelegd in de statuten en wordt vermeld in de akte van benoeming. Van docenten wordt verwacht dat zij een voorbeeldfunctie vervullen.”
De commissie wijst er ook op dat de school bij een vacature de eis van het kerklidmaatschap niet laat vallen als er geen geschikte kandidaat is, maar dan niemand benoemt. Bazuin erkende tijdens de zitting dat, indien hij ten tijde van zijn sollicitatie zich al had aangesloten bij de nieuwe vrijgemaakten, hij nooit zou zijn aangenomen.
Bovendien heeft de GSR volgens de commissie voldoende aannemelijk gemaakt dat zij zich steeds richt naar de lijn die wordt uitgezet door de generale synode van de GKV. In dat licht bezien is het volgens de CGB goed te verdedigen dat de school christelijke gereformeerde docenten toelaat, maar nieuwe vrijgemaakten ontslaat. De CGB: „In brede en gezaghebbende gereformeerde kring wordt thans erkend dat het onderscheid tussen de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt en de Christelijke Gereformeerde Kerken zijn betekenis voor het onderwijs heeft verloren.”
In het oordeel verwijst de commissie naar een zaak in 2000, toen een docente aan een gereformeerd vrijgemaakte basisschool in Harderwijk ontslag kreeg nadat ze zich had aangesloten bij de Nederlands Gereformeerde Kerken. Ook in dat geval stelde de CGB de school in het gelijk.
Bazuin vindt het jammer dat de CGB niet inhoudelijk op de zaak kon ingaan, zo zei hij desgevraagd. „We zullen ons nu moeten beraden of we nog naar de rechter stappen. Ik denk het niet. De kosten waren behoorlijk hoog en we hebben tot op heden al twee keer een zaak verloren. Het houdt een keer op.”
Het ontslag levert Bazuin geen financieel probleem op. Hij heeft een andere baan en gaf maar vier uur les aan de GSR. „Het was voor mij een principezaak. Maar er zijn genoeg anderen die wel een volledige baan hebben en zich afvragen wat er gebeurt als ze zich vrijmaken van de GKV.”