Kamp Amersfoort belicht eed van artsen tijdens WOII
Artsen legden tot het begin van deze eeuw de eed van Hippocrates af, waarin ze onder andere plechtig beloofden dat ze zorgvuldig zouden handelen en het belang van patiënten altijd voorop zouden stellen. In de Tweede Wereldoorlog kwamen artsen echter tegenover elkaar te staan. Sommige dokters werkten voor de nazi’s in concentratiekampen, waar andere artsen werden opgesloten. Nationaal Monument Kamp Amersfoort belicht in de nieuwe wisseltentoonstelling Artsen(l)eed hoe artsen elkaar ondanks dezelfde eed toch naar het leven konden staan.
In augustus 1941 richtte het merendeel van de Nederlandse artsen de geheime verzetsorganisatie Medisch Contact op. Via kettingbrieven hielden ze elkaar op de hoogte van acties tegen de bezetters. Zo voorkwamen de artsen volgens Kamp Amersfoort de oprichting van een nationaalsocialistische Artsenkamer en de invoering van een Ziekenfondswet.
De tentoonstelling gaat over drie artsen van Medisch Contact, een Joodse dokter, een arts die gegijzeld was en twee nazi-kampartsen. In totaal kwamen bijna driehonderd deelnemers aan Medisch Contact in Kamp Amersfoort terecht. Daar werden veel meer verzetsstrijders opgesloten, naast onder anderen communisten, weigerende dwangarbeiders, gijzelaars en Amerikaanse staatsburgers. In totaal werden ongeveer 47.000 mensen in het kamp opgesloten, van wie ongeveer driekwart op transport ging naar Duitse concentratiekampen en niet meer terugkeerde. Kamp Amersfoort was berucht om het zeer strenge en wrede regime.
Artsen(l)eed gaat vrijdag open.