Denemarken schrapt Grote Gebedsdag
Denemarken schrapt vanaf 2024 Store Bededag (Grote Gebedsdag) als vaste vrije dag. De honderden miljoenen euro’s die dat oplevert, wil de regering gebruiken om de fors hogere defensie-uitgaven te financieren.
Dat meldde het Algemeen Dagblad (AD) vrijdag. Store Bededag is een protestantse feestdag die sinds 1686 bestaat en op de vierde vrijdag na Pasen valt. De dag is populair, aangezien werkende Denen dan een lang weekend vrij hebben in het voorjaar. Als het aan de Deense regering ligt, is deze vrijdag vanaf 2024 een gewone werkdag.
Het besluit ligt gevoelig in Denemarken. Deense kerken zijn teleurgesteld. Op Store Bededag werden vaak plechtigheden gehouden zoals het dopen van kinderen of het bevestigen van ambtsdragers.
Ook de meeste vakbonden hebben kritiek op de maatregel. Zij vinden het onbestaanbaar dat er een feestdag sneuvelt in ruil voor extra overheidsinkomsten. Rechtse partijen betreuren het verlies van een deel van het Deens cultureel erfgoed.
Toch vroeg vicepremier en minister van Defensie Jakob Ellemann-Jensen vrijdag aan drie grote oppositiepartijen akkoord te gaan met het besluit. Als deze partijen deel willen uitmaken van een toekomstige defensieregeling, moeten ze uiterlijk volgende week vrijdag met de afschaffing instemmen. Dit omdat het uitmaakt van de financiering van een toekomstige defensieovereenkomst.
Een dag extra werken laat het bruto binnenlands product (bbp) volgens het Deense ministerie van Financiën stijgen met 1,3 miljard euro. Daarnaast wordt de staatskas gespekt met jaarlijks 430 miljoen euro.
Deze extra inkomsten wil de regering-Frederiksen vooral gebruiken om de defensie-uitgaven te bekostigen. Denemarken wil in 2030 de uitgaven voor militaire doeleinden optrekken naar de Navo-norm van 2 procent van het bruto binnenlands product.