Veilig Thuis: crisissen van nu zorgen voor toenemende spanningen
De woningnood, de energiecrisis, de coronatijd en de inflatie: het zorgt voor toenemende spanningen in gezinnen. Dit merkt advies- en meldpunt Veilig Thuis op, in een gesprek over de cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) en het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum die vrijdag zijn gepubliceerd. Hierin was een lichte stijging te zien van het aantal mensen dat te maken krijgt met huiselijk geweld.
Volgens het CBS gaf 9 procent van de bevolking van 16 jaar en ouder in 2022 aan in de afgelopen 12 maanden slachtoffer te zijn geworden van een of meerdere vormen van huiselijk geweld. Dat komt neer op bijna 1,3 miljoen mensen en is een lichte stijging van 1 procentpunt ten opzichte van het vorige onderzoek uit 2020.
Judith Kuypers, voorzitter van het Landelijk Netwerk Veilig Thuis, merkt op dat het in coronatijd moeilijk was voor zorgverleners om „achter de voordeur” te komen. Problemen in gezinnen bleven langer binnenshuis, waardoor er meer „crisisachtige situaties” ontstonden. Het aantal meldingen steeg dus niet zozeer, maar de meldingen waren wel ernstiger dan vóór die tijd. „Er was vaker al meer gebeurd voordat er een zorgvraag kwam. Er was een latere signalering”, zo vat ze het samen.
De situatie nu, doelend op de lopende problemen met onder meer de woningnood en de inflatie, wordt beschreven als „zorgelijk. Je merkt dat het voor spanningen zorgt in gezinnen. We zien bijvoorbeeld vaker complexe scheidingszaken binnenkomen. Hoe moeilijk is het als je in deze tijd besluit te gaan scheiden, maar het nog niet mogelijk is om een andere woning te vinden? Mensen blijven langer in hetzelfde huis, omdat er geen andere optie is.”
De voorzitter pleit ervoor dat meer omstanders „op moeten staan” als ze het gevoel hebben dat er iets niet klopt bij iemand thuis. Ze wijst op de chatfunctie die in het leven is geroepen op de website van Veilig Thuis. „Het onderwerp zou meer bespreekbaar moeten worden.”
In het onderzoek van het CBS kwam naar voren dat vrouwen vaker slachtoffer worden dan mannen. Dat is zowel het geval bij huiselijk geweld als bij bijvoorbeeld stalkingszaken. Kuypers noemt hier een paar oorzaken voor: de financiële afhankelijkheid van vrouwen (die vaker parttime werken) en de fysieke overmacht van mannen. „We zien in sommige relaties terug dat mannen het voor het zeggen hebben. De man heeft de verwachting dat de vrouw voldoet aan wat hij wil.” Ze omschrijft dit als een „mannenspecifiek probleem”, waar de afgelopen jaren meer aandacht voor is gekomen. Zo werd volgens haar lang gesproken over gendergelijkheid, terwijl „het goed is rekening te houden met genderspecifieke kenmerken”.
Hierbij benoemt ze ook dat een term als „conflict in de relationele sfeer”, die bijvoorbeeld door sommige instanties gebruikt wordt als een vrouw slachtoffer wordt van (dodelijk) geweld door haar partner, niet meer gebruikt zou moeten worden. „We moeten het hebben over femicide en het feit dat er een vrouw is vermoord.”
De afgelopen jaren zijn veel stappen gezet door Veilig Thuis en justitiepartners. Dit gebeurde nadat de 16-jarige Hümeyra eind 2018 na een lange periode van stalking in de fietsenstalling van haar school werd doodgeschoten door haar ex. „Die zaak heeft veel teweeggebracht. We hebben goede, concrete slagen gemaakt. Als er een stalkingszaak bij de politie binnenkomt, trekken we samen op als het een hoog risico is.”