Boetes voor hinderen en beledigen politie bij boerenprotest
Twee demonstranten bij een boerenprotest op 1 december in Zwolle zijn vrijdag door de politierechter veroordeeld tot boetes tot 500 euro. Ze overtraden een noodverordening die van kracht was.
Vele tientallen boeren en sympathisanten woonden vrijdagmiddag de zitting in de rechtbank in Zwolle bij. Drie mannen stonden terecht voor ongeregeldheden tijdens het boerenprotest. Ze protesteerden bij het provinciehuis van Overijssel om een oplossing te eisen voor zogeheten PAS-melders. Dit zijn boeren die in het Programma Aanpak Stikstof zonder natuurvergunning mochten werken, maar sinds 2019 er wel een nodig hebben. Die vergunning hebben ze door regelgeving niet kunnen krijgen. De politie stond blokkades niet toe en greep direct in.
De 53-jarige Hendrik V. uit IJsselham stond met zijn trekker met giertank geparkeerd in de berm voor het Zwolse provinciehuis. In de noodverordening van de burgemeester stond een verbod op giertanks in de bebouwde kom. Toen agenten de boer sommeerden de trekker weg te halen, weigerde hij en werd hij aangehouden. De 49-jarige Dirk S. uit Nijeveen noemde twee ME’ers kankerlijders toen hij zijn vlaggenstok moest opbergen. De zaak tegen een derde verdachte is aangehouden omdat zijn dagvaarding te laat op de mat viel.
V. zei de rechter dat hij geen kant op kon met zijn trekker. „Het stond muurvast.” De officier van justitie zag dat anders en eiste een boete van 500 euro. De rechter legde die boete op, maar geheel voorwaardelijk. S. weigerde zich aanvankelijk te identificeren tegenover de rechter. Hij meent dat er sprake was van buitensporig politiegeweld. Daarvan wil hij nog aangifte doen. De officier eiste tegen hem een boete van 400 euro. De rechter vond dat een passende straf.
Even werd overwogen de zaak stil te leggen toen bleek dat op de tribune iemand de zitting live aan het streamen was. „Het is tegen de huisregels maar er is niets geheims aan deze zaak”, reageerde de rechter die het toestond. Veel sympathisanten in de zaal lieten zich niet onbetuigd. „Een politiestaat!” riep een van hen toen hij de rechtszaal verliet. Op de opmerking van de rechter dat hij hoopte dat het geloof in de rechtstaat bij enkelen weer hersteld was, klonk hoongelach.