Komst islamitische school wekt verzet
De gemeenten Vlaardingen en Delft willen liever geen islamitische basisschool binnen hun grenzen. Dat bleek dinsdag tijdens het hoger beroep dat de gemeenten bij de Raad van State hebben ingesteld tegen een besluit van de minister van Onderwijs.
Volgens dit besluit is een gemeente verplicht een islamitische basisschool in zijn scholenplan op te nemen.
Eerder wezen beide gemeenten de verzoeken van Stichting Islamitisch College (SIC) af om de basisscholen in het scholenplan op te nemen. Alleen als een gemeente een school in het plan opneemt kan deze worden gesticht.
Volgens de minister van Onderwijs voldoen de verzoeken van SIC aan alle algemene criteria voor opname in het scholenplan. De gemeenteraden van beide steden zijn echter van mening dat een islamitische school niet in een behoefte voorziet.
Tijdens de zitting speelde de vergelijking met Schiedam, die intussen één islamitische basisschool heeft en nog steggelt over een tweede, een grote rol. „Beide steden zijn niet te vergelijken”, aldus een vertegenwoordiger van de gemeente Delft. Bijna een kwart van de Schiedamse bevolking is niet-westers allochtoon, Delft bestaat voor 14 procent uit allochtonen. Ook Vlaardingen vindt dat het samen met Maassluis veel minder grootstedelijk is dan Schiedam. De gemeente Vlaardingen vindt bovendien dat het verzoek van SIC om formele redenen moet worden afgewezen, omdat de stichting na indiening van de aanvraag voortdurend met nieuwe gegevens kwam.
Volgens de minister voldoen de steden aan de drie belangrijkste criteria op het gebied van inwonertal, geografische ligging en leerlingdichtheid. Bij dit standpunt van het ministerie plaatsten de staatsraden tijdens de zitting echter een groot aantal vraagtekens. Als Delft en Vlaardingen in het ongelijk worden gesteld, moeten zij alsnog islamitische basisscholen toelaten. Die kunnen dan pas per augustus 2006 van start.