Meditatie: In de binnenkamer
Psalm 139:23,24
„Doorgrond mij, o God, en ken mijn hart; beproef mij en ken mijn gedachten. En zie of bij mij een schadelijke weg zij; en leid mij op de eeuwige weg.”
Ofschoon tot uw bemoediging en opwekking gezegd wordt: „Op de verslagene van geest zal Ik zien en die voor Mijn Woord beeft”, u kunt er geen rust bij vinden. Nee, zielen die naar waarheid in het binnenste staan, begeren met getrouwheid te worden behandeld en wensen ook getrouw met zichzelf om te gaan. Daarom ook die dagelijkse smeekbede, als zij in het verborgen tussen de Heere en hun ziel verkeren: „Doorgrond mij, o God, en ken mijn hart; beproef mij en ken mijn gedachten. En zie, of bij mij een schadelijke weg is; en leid mij op de eeuwigen weg”. O, Godzoekende zielen, dat is uw dagelijks voorrecht, om uzelf in het verborgen te onderzoeken en uw hart voor de Heere open te leggen. U kunt nergens veiliger verkeren dan bij Hem, Die door Zijn Heilige Geest u zal onderwijzen in de weg die u te gaan hebt. Op Zijn tijd zal Hij ook van vrede tot u spreken. Dan zult u ook, in navolging van de engelen, met een volkomen geloof uitgalmen: „Ere zij God in de hoogste hemelen”, want wij mogen die zalige vrede smaken in onze ziel, alleen om het eeuwig en aanbiddelijk welbehagen. Bevestigd volk des Heeren, de hemelingen bezongen uw heil. Och, mocht u dan ook niet zwijgen, maar uw Drie-enige Verbondsgod verheerlijken en Zijn grote Naam psalmzingen.
Ds. D.A. Detmar, predikant te Ede
(”Enige eenvoudige Godvruchtige oefeningen”, 1828)