Kabinet schort nieuw beleid nareizigers op
Het kabinet schort de omstreden nareismaatregel uit het asielbeleid voorlopig op. Vier vragen.
Wat hield de nareismaatregel ook al weer in?
Aan het in behandeling nemen van verzoeken van statushouders om familieleden te laten overkomen naar Nederland veranderde op zich niets. Volgde er echter goedkeuring, dan kregen zij voortaan niet meteen hun reispapieren, zo werd eind augustus besloten. Gerekend vanaf de aanvraagdatum kon dat voortaan 15 maanden duren, tenzij er eerder geschikte huisvesting was geregeld.
Het besluit is nog geen vijf maanden oud. Is opschorten dan niet wat vroeg?
Zeker. Hoewel de houdbaarheid van het nieuwe beleid van meet af aan twijfelachtig was, dacht het kabinet dat het wel minstens een jaar kon duren voordat de hoogste rechter er zijn eindoordeel over zou geven. Die gedachtegang bleek al snel achterhaald. Een eerste oordeel van de voorzieningenrechter lag er al op 5 december en op 22 en 23 december volgden er al uitspraken in beroepszaken. Alle oordelen waren luid en duidelijk: de nareisbeperking is in strijd met de Nederlandse Vreemdelingenwet én met de Europese Gezinsherenigingsrichtlijn.
Deze donderdag is er al een zitting bij de Raad van State, die, zo is de verwachting, als hoogste bestuursrechter medio volgende maand uitspraak doet.
Hoe groot is de kans dat de raad de nareismaatregel alsnog goedkeurt?
Die is piepklein. In de eerdergenoemde zaken trok de staat zelfs het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie uit de kast in een poging zijn gelijk te halen. Dat leverde niets op. Het Verdrag biedt alleen ruimte om het recht op gezinshereniging in te perken als de openbare orde en de binnenlandse veiligheid in het geding zijn. In een doorsnee standaardzaak is dat niet aan de orde. Volgens het Handvest is inperking pas toegestaan als een lidstaat kan motiveren dat het algemeen belang van Nederland zo wordt geraakt door de komst van gezinsleden dat het belang dat de aanvrager heeft bij een snelle hereniging daar niet tegenop weegt. Het is vrijwel uitgesloten dat in de zaken die nu spelen iets dergelijks aan de orde is.
Is het gezichtsverlies voor Van der Burg als hij de maatregel volgende maand moet intrekken?
De vraag is eerder waarom VVD, D66, CDA en D66 tijdens de formatie geen beleid hebben afgesproken dat de tijdelijke overbelasting in de asielopvang eveneens had kunnen voorkomen, maar dan zonder juridische complicaties. Zoals bijvoorbeeld het invoeren van de eis dat niet-gehuwde en niet-geregistreerde partners niet voor gezinshereniging in aanmerking komen. Van Europa mag dat, maar blijkbaar ligt dat bij D66 te gevoelig. Nog een voorbeeld: in 2017 spraken VVD, CDA, D66 en CU af de duur van asielvergunningen op de schop te nemen. Nu volgt na een tijdelijke vergunning van vijf jaar een definitief verblijfsrecht als terugkeer na die tijd niet mogelijk is. Rutte III stelde een systeem voor met een tijdelijke vergunning van drie jaar, die met nog eens drie jaar kon worden verlengd en pas dan zou worden gevolgd door een definitief besluit. Het betreffende wetsvoorstel is al in december 2020 ingediend.
Op 13 april vroeg de Kamer Van der Burg voor het laatst wat zijn plannen zijn met dit voorstel, maar sindsdien is het stil. Wat je ook van zo’n aanpassing vindt, de invoering ervan is in elk geval kansrijker dan dit rammelende nareisbeleid.