IEA: aantal banen door energietransitie in 2030 verdubbeld
De wereldwijde transitie naar groene energie kan in 2030 meer dan twee keer zoveel banen opleveren als nu. Bovendien zal de duurzame energiemarkt tegen die tijd in waarde zijn verdrievoudigd. Dat meldt het Internationaal Energieagentschap (IEA) in zijn laatste rapport. Wel voorziet de organisatie risico’s als de ontwikkeling van nieuwe technieken en het winnen van grondstoffen in handen van slechts een klein aantal landen blijft.
In het rapport gaat het IEA in op de wereldwijde productie van schone energie, zoals die uit zonnepanelen en windturbines. Daarbij heeft het agentschap ook gekeken naar de verwachte ontwikkeling van de technologieën achter die productie, met het oog op de transitie naar schone energie in de komende jaren.
Uit die analyse komt naar voren dat de wereldmarkt voor schone energietechniek tegen 2030 ongeveer 650 miljard dollar waard zal zijn, omgerekend zo’n 604 miljard euro. Dat is een verdrievoudiging van de marktwaarde op dit moment. Het IEA benadrukt dat die waarde alleen wordt bereikt als landen al hun energie- en klimaattoezeggingen nakomen.
Het aantal banen dat als gevolg van de transitie wordt gecreëerd, zal dan in 2030 uitkomen op bijna 14 miljoen, een ruime verdubbeling ten opzichte van de huidige 6 miljoen. Dat aantal kan flink toenemen als de transitie ook na 2030 verder wordt doorgezet.
Het IEA ziet „hoge geografische concentraties” als het gaat om de productie van grondstoffen en duurzame energietechniek. Zo is de productie van onder meer zonnepanelen, windturbines en warmtepompen momenteel voor ten minste 70 procent in handen van een kleine groep landen, met name van China.
Dat geldt ook voor de winning van grondstoffen die nodig is om de techniek te produceren. Zo delft de Democratische Republiek Congo 70 procent van de wereldwijde vraag naar kobalt, Australië, Chili en China zijn goed voor ruim 90 procent van alle lithiumproductie, bestemd voor batterijen.
Uitvoerend directeur Fatih Birol waarschuwt voor die concentratie. „Zoals we hebben gezien met de afhankelijkheid van Europa van Russisch gas, loop je het risico een hoge prijs te betalen als er verstoringen zijn als je te veel afhankelijk bent van één bedrijf, één land of één handelsroute.”
Maar hij merkt wel dat landen wereldwijd er alles aan doen om een positie te verwerven op de wereldwijde schone energiemarkt. En daarbij samenwerken. „Het is echter belangrijk dat deze concurrentie eerlijk is, en dat er een gezonde mate van internationale samenwerking is.”