Gronings onderzoek: Nederland ’ontstreekt’
Het is niet waar dat de belangstelling voor de eigen regio of streek in Nederland toeneemt. Integendeel zelfs: Nederland ’ontstreekt’, het regiogevoel is aan het afnemen. Dat stelt cultureel geografe Carola Simon in een onderzoek waarmee ze 20 januari promoveert aan de Rijksuniversiteit Groningen.
Volgens de onderzoekster bestormen liedjes in dialect de Top 40 en vertelt in televisiereclames een Limburgse waarom juist haar bank zo betrouwbaar is. De streekidentiteit lijkt daardoor ogenschijnlijk in opmars. Juist nu, in een tijd dat iedereen mobiel is en de wereld één groot dorp wordt, zou de populariteit van streken toenemen, zo luidt een veelgehoorde theorie.
Maar Simon onderzocht de Nederlandse streekidentiteiten en concludeerde het tegendeel: Nederland ontstreekt. Behalve als er geld mee te verdienen valt, want dan wordt de streek plots een modieus product, aldus de onderzoekster.
Simon, sinds kort werkzaam bij het bij het Sociaal en Cultureel Planbureau, verrichtte haar onderzoek aan de hand van het gebruik van streeknamen. Voor haar onderzoek bezocht ze drie Nederlandse gebieden: Waterland, de Noordoostpolder en Twente.
Volgens de onderzoekster was er wel een tijdelijke opleving van het aantal gebruikte streeknamen in boeken tot de jaren tachtig, maar daarna is een sterke afname te zien. In de regionale pers, onderwijsmethoden en bedrijfsnamen neemt het gebruik van streeknamen al decennia af. Van de ruim vierhonderd verenigingen die reageerden op de enquête, blijkt 23 procent streekgericht, 77 procent heeft een lokaal werkgebied. Het regiogevoel blijkt niet in opmars, maar neemt juist af.