Horeca in 2022 nog niet op niveau van voor corona
Hoewel Nederlanders het afgelopen jaar massaal terugkeerden naar de horeca, is de omzet van de foodsector in Nederland nog niet op het niveau van 2019, meldt kennisplatform FoodService Instituut Nederland (FSIN). De omzet van de foodservicesector, een verzamelnaam van horeca, catering maar ook bijvoorbeeld tankstations en stationshoreca, is nog 3 procent lager dan in het laatste jaar voor corona. En dat terwijl de prijzen voor veel zaken zijn gestegen.
In totaal gaven Nederlandse consumenten vorig jaar voor 66,3 miljard euro uit aan eten en drinken. Daarvan werd ongeveer 29 procent, oftewel circa 19 miljard euro, uitgegeven in de foodservice. Zonder personeelstekorten in die sector had de omzet nog hoger uit kunnen vallen. De rest van de bestedingen werd gedaan in winkels zoals supermarkten en speciaalzaken, maar ook bijvoorbeeld bij boodschappenbezorgdiensten.
Supermarkten zagen de omzet op het gebied van eten en drinken met 5 procent stijgen ten opzichte van 2021. Bij speciaalzaken daalde de omzet juist met 1,6 procent. Tijdens de coronacrisis verkochten gespecialiseerde bakkers, slagers, slijters en andere zaken juist meer, toen Nederlanders zichzelf thuis verwenden omdat ze niet naar de horeca konden.
FSIN verwacht dat de omzet van de ‘buitenhuissector’ dit jaar boven het niveau van voor de pandemie uitkomt. Maar daarbij tekent het kennisplatform wel aan dat de inflatie en de gas- en energieprijzen „onzekere factoren” blijven. Zonder die economische ontwikkelingen staan alle signalen op groen, aldus directeur Inga Blokker. „Nederlanders - en zeker de jongere generaties - eten en drinken steeds vaker buiten de deur. Dat hoeven geen uitgebreide diners te zijn. Een hapje buiten de deur eten of een koffie op het station worden net zo goed als genietmomenten buiten de deur ervaren”, aldus Blokker.