„Laddermolen” als trekpaard voor schepen
Wind die wordt opvangen met vliegers kan worden omgezet in trekkracht voor bijvoorbeeld schepen. Hiertoe moet een „laddermolen” van vliegerkabels worden gebouwd die wind van grote hoogte naar het aardoppervlak voert. Daar wordt de windenergie omgezet in elektrisch vermogen.
Het idee is van Wubbo Ockels, Nederlands eerste astronaut. In de jongste editie van Shell Venster wordt het project omschreven als onorthodox en gewaagd. Als het echt werkt, zou een laddermolen met 25 vierkante meter vleugels over een jaar gemeten gemiddeld 3 megawatt energie kunnen leveren. Ockels bezet een leerstoel aan de Technische Universiteit Delft (TUD) die zich richt op onderzoek en ontwikkeling van duurzame energie en duurzaam transport.
De laddermolen is geïnspireerd op vliegtuigen en vliegers. Een vlieger stijgt makkelijk op en een vliegtuig kan gemakkelijk dalen. Die twee bewegingen zijn bij de laddermolen samengevoegd in één aan een grote kabellus draaiende constructie. In een grondstation worden aan deze kabellus op regelmatige afstanden vliegervleugels bevestigd. Die vleugels trekken de kabel naar 9 kilometer hoogte waar constante winden heersen. Radiografische besturing en een automatische piloot zorgen voor de juiste stand van de vleugels.
Volgens professor Ockels zullen de vleugels door de wind als een vliegtuig gaan fungeren dat naar het grondstation zweeft. Het gevolg is dat er een grote draaiende lus ontstaat die voortgedreven wordt door de sterke windkracht in de hogere atmosfeer. De kabel is bevestigd aan een wiel in het grondstation, waar de energie wordt omgezet. Zo’n station zou bijvoorbeeld op pontons gebouwd kunnen worden. Een volgende stap kan dan zijn, om de laddermolen als trekpaard aan een schip te koppelen. De haalbaarheid ervan wordt onderzocht met een vijf jaar durend project van de TUD dat mede gesponsord wordt door Shell.