Kerk & religie

„Moslims zijn te veel op zichzelf betrokken”

De islamitische gemeenschap is te veel op zichzelf betrokken, kampt met gebrek aan leiderschap en richt zich te weinig op de Nederlandse samenleving. En, vroeg ds. S. van het Kruis maandagavond in Amsterdam, „als de vervolging van onze geloofsgenoten, bijvoorbeeld in Indonesië, in het nieuws komt, waarom zwijgt de moslimgemeenschap dan altijd?”

Van een medewerker
11 January 2005 11:40Gewijzigd op 14 November 2020 02:05
AMSTERDAM – Joden, christenen en moslims gingen maandag met elkaar in Amsterdam in discussie. De bijeenkomst was georganiseerd door de rooms katholieke lekenbeweging Sant’Egidio. Foto Paul van Weel
AMSTERDAM – Joden, christenen en moslims gingen maandag met elkaar in Amsterdam in discussie. De bijeenkomst was georganiseerd door de rooms katholieke lekenbeweging Sant’Egidio. Foto Paul van Weel

Ds. Van het Kruis sprak maandagavond namens dr. B. Plaisier, algemeen secretaris van de Protestantse Kerk in Nederland, op een discussiebijeenkomst van joden, christenen en moslims. Deze was georganiseerd door de rooms-katholieke lekenbeweging Sant’Egidio. „Uit onrust”, vertelde Hilde Kieboom, lid van de beweging. „De terreuraanslagen hebben de westerse wereld zijn broosheid laten zien. En ook Nederland heeft met de moorden op Pim Fortuyn en Theo van Gogh zijn deel in de discussie gekregen.”

De enige oplossing om uit de religieuze spanningen te komen, is volgens Sant’Egidio een voortdurende dialoog tussen de godsdiensten. „Dialoog is niet zomaar een aardigheid, maar een noodzaak om te kunnen samenleven. Want waar kerken, synagogen en moskeeën gaan branden, daar brandt de mens zelf.”

Onder leiding van oud-minister van Justitie Ernst Hirsch Ballin spraken leiders van verschillende religieuze gemeenschappen in Nederland met elkaar. Ds. Van het Kruis gaf toe dat er in de protestantse kerken regelmatig sprake is van angst voor de islam. Toch doen de kerken in de wijken volgens hem ontzettend veel goeds en dragen ze veel bij aan de onderlinge verstandhouding.

„De Protestantse Kerk heeft daar ervaring mee”, stelde ds. Van het Kruis, „als kerk waar de discussies tussen de verschillende stromingen soms hoog oplaaien. En de vereniging van de drie kerken in mei heeft laten zien dat verzoening en heling mogelijk is.”

De PKN-beleidssecretaris stelde ook indringende vragen aan de moslims in Nederland. „Als de vervolging van onze geloofsgenoten, bijvoorbeeld in Indonesië, in het nieuws komt, waarom zwijgt de moslimgemeenschap dan altijd?”

Rabbijn Awraham Soetendorp toonde zich optimistisch gestemd. „Ik kom hier met hoop, hoop op een fatsoenlijke samenleving.” Hij riep de moslims in Nederland op om van de joodse gemeenschap te leren hoe je goed in de Nederlandse samenleving geïntegreerd kunt zijn en tegelijkertijd je eigen identiteit kunt behouden.

Over datzelfde probleem sprak ook publicist en hoogleraar grotestedenproblematiek Paul Scheffer. „Omdat zowel de Nederlandse samenleving als de moslimmigranten zelf islamieten eigenlijk alleen maar als passanten zagen, is de hele problematiek nooit goed doordacht.”

Scheffer stelde dat er van dialoog alleen sprake kan zijn als je bereid bent de rechten die je voor jezelf opeist ook te laten gelden voor andersgelovigen en ongelovigen.

Imam Mohammed Ousalah, vice-voorzitter van de vereniging van imams in Nederland, liet aan de hand van koranteksten zien dat de koran helder is in zijn oproep tot dialoog. Ousalah stelde dat de Nederlandse moslims vaak weinig van de islam weten. Vaak verwarren ze de echte islam met familietradities. „De echte islam staat voor respect en roept op alles op te ruimen wat mensen onder een ander mens stelt.”

Dat de islam wordt afgeschilderd als een bedreiging is volgens de imam volkomen onterecht. In zijn ogen zijn de sociale, economische en culturele achterstanden van moslimjongeren de boosdoener. Hij hekelde de verabsolutering van libertijnse, westerse waarden. In dit klimaat moeten imams niet alleen voorgangers in het gebed zijn, maar ook bruggenbouwers naar andere groeperingen. Imams moeten als professionals aan de jongeren vertellen wat de echte islam is. „Het spijt mij”, bekende imam Ousalah, „maar helaas kunnen heel veel imams dat niet.”

Als hekkensluiter kreeg bisschop Van Luyn van Rotterdam het woord. „Als God de mens naar Zijn beeld schiep, dan geldt dat voor alle mensen. En nu is het de uitdaging om Gods beeld ook te zien in die mens van wie je het meeste verschilt.”

Van Luyn onderscheidde verschillende voorwaarden om die uitdaging aan te kunnen gaan. Allereerst zag hij een zelfkritische instelling. „Want we zijn allemaal onvolmaakt. En allemaal hebben we vergeving en verzoening nodig.”

Daarnaast moet de mens ook een besef van zijn eigen verantwoordelijkheid hebben, om waar nodig klaar te staan voor de ander. „En de samenleving moet haar krachten bundelen. Want het algemeen welzijn is meer dan het individuele welzijn of het groepswelzijn.”

Aan het einde van de avond spraken de forumleden vanuit hun eigen traditie hun wensen uit voor het nieuwe jaar: vrede en saamhorigheid. Toch bleef de onderlinge afstand groot. Op de vraag wanneer we de eerste gemengde katholiek-islamitische huwelijksdienst mogen verwachten, konden bisschop Van Luyn en imam Ousalah alleen maar zenuwachtig lachen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer