Komende herfst eerstvolgende coronaprik, denkt immunoloog
Komende herfst is volgens immunoloog Willem van Eden van de Universiteit Utrecht het eerste logische moment voor een nieuwe vaccinatieronde tegen het coronavirus. Omdat het virus nu nog flink rondgaat, lijkt een nieuwe inenting op een eerder moment niet zo zinnig, zegt hij.
Vrijdag is het precies twee jaar geleden dat de eerste prik tegen het coronavirus in Nederland werd gezet. Dat was in Veghel, waar verpleeghuismedewerker Sanna Elkadiri een inenting met het vaccin van Pfizer kreeg. Nederland was het laatste EU-land dat begon met vaccineren. Sindsdien kregen bijna 12,5 miljoen mensen een of twee prikken in de eerste ronde. Afgelopen najaar konden mensen een herhaalvaccinatie krijgen. Iets meer dan 4 miljoen mensen kwamen daarvoor opdagen.
Die herhaalprikken werken beter tegen de omikronvariant van het virus, die nu vooral rondgaat. In het algemeen beschermen vaccins vooral goed tegen ernstige ziekte na besmetting met het virus. De omikronvariant van corona is minder ziekmakend dan eerdere varianten. Omdat relatief veel mensen nu corona krijgen, is er, mede gezien de prikronde afgelopen najaar, redelijk wat groepsimmuniteit. Daarom heeft een nieuwe vaccinatieronde deze winter niet zoveel zin, aldus Van Eden.
Als het warmer weer wordt, besmetten mensen elkaar echter minder snel. De afweer tegen het virus onder de bevolking neemt dan af, legt hij uit. Komende herfst, het seizoen dat mensen weer bevattelijker worden voor infectieziekten, kan er dan dus weer een golf aan gevallen ontstaan. Dan zou een nieuwe prikronde weer zin hebben, vindt de immunoloog.
Misschien is zo’n seizoenscampagne wel elk jaar zinvol, zegt Van Eden. „Vergelijkbaar met ouderen die elk jaar de griepprik krijgen.” Tot dusver heeft ongeveer een derde van de mensen die voor de herhaalprik in aanmerking komen hem daadwerkelijk laten zetten. Dat is weinig, vindt hij. Toch heeft de prikronde volgens hem wel zin gehad. Ziekenhuizen hebben het nog steeds erg druk. Als er door een vaccinatiecampagne wat minder mensen ziekenhuiszorg nodig hebben, is het al effectief geweest, stelt Van Eden.