Duitsland en Noorwegen werken aan waterstofpijpleiding
Het Duitse energiebedrijf RWE en zijn Noorse branchegenoot Equinor zijn van plan een waterstofpijpleiding aan te leggen tussen Duitsland en Noorwegen. Dat zei de Duitse minister van Economische Zaken Robert Habeck in een interview met tv-zender ARD.
Habeck, die ook vicekanselier is van Duitsland, is tot vrijdag in Oslo en zal daar de Noorse premier Jonas Gahr Støre ontmoeten. Volgens de minister wordt daarbij gesproken over een „diepere samenwerking” op het gebied van technologieën voor waterstof en koolstofafvang- en opslag.
Duitsland wil de uitstoot van koolstof tegen 2030 met 65 procent verminderen ten opzichte van het niveau van 1990 en klimaatneutraliteit bereiken tegen 2045. Noorwegen heeft vergelijkbare doelen gesteld. Om die te bereiken moeten de windparken op zee worden uitgebreid, faciliteiten voor koolstofafvang en -opslag worden ontwikkeld en olie- en gasplatforms worden geëlektrificeerd.
Duitsland, de industriële grootmacht van Europa, heeft zijn energiebeleid drastisch moeten herzien sinds de oorlog in Oekraïne. Het land werd daardoor gedwongen om zijn sterke afhankelijkheid van Russisch gas te beëindigen.
Duitsland en Noorwegen zeiden in maart al dat ze zouden overwegen om een waterstofpijpleiding aan te leggen die de landen met elkaar verbindt. Gassco, dat de gaspijpleidingen exploiteert tussen Noorwegen en Europa, voert momenteel een studie uit om de haalbaarheid van een dergelijke pijpleiding te beoordelen. Dat onderzoek wordt naar verwachting in het voorjaar afgerond.
De pijpleiding zal waarschijnlijk in eerste instantie blauwe waterstof vervoeren, die wordt geproduceerd door aardgas om te zetten en de uitgestoten koolstof op te vangen, verklaarde Habeck. Later kunnen ook nieuwe windparken op zee op de pijpleiding worden aangesloten en kan groene waterstof, gemaakt met energie uit duurzame bronnen, worden getransporteerd.