Ruzie Onderwijs over geld zieke leraren
Scholen dreigen de dupe te worden van een conflict tussen het ministerie van Onderwijs en de fondsen die voor het onderwijs vervanging van zieke leraren en wachtgeld betalen.
Dat stellen het Vervangingsfonds en het Participatiefonds nu de bodem van hun kas in zicht dreigt te komen. De fondsen ontvangen al jaren te weinig geld, maar het ministerie weigert bij te springen.
Scholen betalen verplicht premie voor de vervanging van zieke leraren en voor uitbetaling van wachtgelden door de beide fondsen. Deze premie wordt vergoed door het ministerie. Omdat de fondsen tegenwoordig meer uitkeren dan er aan premie binnenkomt, zouden de premies omhoog moeten. De gemiddelde school kost dit komend jaar 12.000 euro. In totaal gaat het in het basisonderwijs om 50 miljoen euro per fonds voor 2005.
Volgens de fondsen houdt het ministerie in weerwil van eerdere afspraken de hand op de knip, zodat de scholen de extra kosten uit eigen zak moeten betalen. Volgens adjunct-directeur Van Dijk van de beide fondsen is de kans op een faillissement reëel. „We hebben heel erg op onze reserves ingeteerd. Daar hebben we nog maar een beetje van over. De minister heeft gezegd eventueel met de Voorjaarsnota met meer geld te kunnen komen, maar daar kunnen wij niet op wachten.”
Een woordvoerder van het ministerie van Onderwijs weerspreekt dat de fondsen snel in de problemen komen. Hij wijst op de mogelijkheid die de fondsen sinds enige tijd hebben om geld te lenen bij het ministerie van Financiën. Onderwijs staat garant voor deze leningen. Voor de langere termijn onderkent het ministerie het probleem. Daarover zegt het met de fondsen in gesprek te zijn.
Het Participatiefonds en het Vervangingsfonds hebben inmiddels maatregelen getroffen. Basisscholen betalen sinds augustus meer premie dan ze door het ministerie vergoed krijgen. Scholen met een laag ziekteverzuim krijgen geen premie meer terug.