Het is voor het eerst dat een werknemer van de dienst is opgepakt voor het lekken van staatsgeheimen en daarvoor moet terechtstaan. De rechtbank behandelt de zaak tegen Ben A. nog niet inhoudelijk, omdat justitie het onderzoek nog niet heeft afgerond.

Officier van justitie A. Zwaneveld verwacht dat de rechters de zaak begin april inhoudelijk kunnen behandelen. Een verzoek om de voorlopige hechtenis van de verdachte op te heffen, wees de rechtbank af.

De advocaten van Ben A. verzochten de rechtbank na te denken over de juridische spagaat waarin de verdediging is terechtgekomen. „De AIVD hanteert een brede definitie van het staatsgeheim. Daardoor mag ik niet praten met mijn cliënt over zijn werk. Hij zou dan een misdrijf plegen door mij die informatie te geven en ik zou strafbaar zijn doordat ik dat uitlok”, aldus mr. M. Pestman.

De verdediging wil dat de rechtbank het risico tot strafrechterlijke vervolging wegneemt, maar de officier wil hierin niet meegaan. De rechtbank beslist 24 januari in hoeverre justitie de advocaten kan vervolgen.

Ook stelden de advocaten dat zij hun werk niet goed kunnen doen doordat delen van het belastende materiaal in het dossier zijn zwartgemaakt. Volgens Zwaneveld gaat het om staatsgeheimen die de landelijk terreurofficier heeft gecensureerd. De rechtbank doet 24 januari ook uitspraak over het voegen van het document in het dossier.

De rijksrecherche hield Ben A. 1 oktober aan op het kantoor van de AIVD in Leidschendam. Hij werkte volgens de dienst pas korte tijd bij de AIVD en de dienst schorste hem onmiddellijk na de ontdekking van het lekken. Ook liet de AIVD weten dat de schade aan de lopende onderzoeken gering was.

Naast Ben A. hield de politie ook drie anderen aan. Zij hadden geheime informatie van de tolk van de AIVD ontvangen en justitie houdt hen verantwoordelijk voor heling. Deze verdachten zijn inmiddels weer op vrije voeten, maar moeten wel beschikbaar blijven voor justitie. Ook moesten zij hun paspoort inleveren.