De mateloosheid van de mensheid
Driekwart van de Nederlanders denkt dat de polarisatie in het land en de meningsverschillen over maatschappelijke vraagstukken toenemen. Als bewijs daarvoor noemt deze groep de verslechterde omgangsvormen en verharding in het politieke en publieke debat.
Dat blijkt uit de nieuwste editie van het Continu Onderzoek Burgerperspectieven (COB) van het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP), die donderdag verscheen.
Het is een beeld dat iedereen die in het afgelopen jaar de krant las, wel herkent. In de Tweede Kamer hakken politici flink op elkaar in. En in de samenleving staan burgers ook regelmatig tegenover elkaar. Dat gebeurde bijvoorbeeld bij de coronamaatregelen, het stikstofbeleid en zwarte Piet.
Toch is dat volgens het SCP niet het gehele verhaal. Uit hetzelfde onderzoek blijkt namelijk ook dat op veel onderwerpen tussen burgers meer overeenstemming bestaat dan gedacht. Het gevoel dat de polarisatie toeneemt, komt onder meer voort uit het voorbeeld dat de Tweede Kamer geeft. Veel mensen zien een verharding van het politieke debat en als gevolg daarvan ook in de media. Nederlanders zouden daar genoeg van hebben.
Terecht stelt het SCP dat sterke beelden over polarisatie niet zonder gevolgen zijn. Een gepolariseerde samenleving kan ervaren vijandigheid tussen politieke tegenstanders aanwakkeren. En dat kan op den duur de sociale cohesie en het functioneren van de democratie aantasten.
Uiteraard zijn dit mooie bespiegelingen aan het eind van het jaar. Maar toch valt over die polarisatie meer te zeggen. Het zijn namelijk diezelfde burgers die de leden van de Tweede Kamer kiezen. Burgers kunnen ook hun stem geven aan partijen die wél een gematigde toon aanslaan en tegenstellingen níét aanwakkeren. Maar dat gebeurt onvoldoende. In ons systeem is het nu eenmaal zo dat de Tweede Kamer het volk vertegenwoordigt. Het sentiment dat in de maatschappij leeft, weerspiegelt zich in de Tweede Kamer.
Op de achtergrond is namelijk een andere ontwikkeling gaande. En daar durven politici en onderzoekers nauwelijks de vinger bij te leggen. Dat is de toenemende mateloosheid van de mensheid. Alexis de Tocqueville (1805-1854), een Franse aristocraat en filosoof die zelf niet gelovig was, stelde dat als het volk aan de macht komt, er een weerhoudende kracht moet zijn zodat het volk niet denkt dat alles mogelijk is. De wilde instincten van de democratie moeten getemd worden.
Volgens De Tocqueville is daarbij het christendom onmisbaar. Hij ziet dat als het belangrijkste fundament binnen de democratie. Het geloof houdt mensen gericht op het ‘hogere’ en relativeert op die manier het hier en nu. Niet alles wat kan, hoeft. Verder roept het geloof op tot naastenliefde. Dan is de mens in elk geval niet alleen bezig met zichzelf.
Hoe lang zal het nog duren voor regering, parlement, actiegroepen, burgers en het SCP tot deze inzichten komen?