Predikant Free Presbyterian Church Odessa blijft op zijn post
De oorlog deed de kleine zendingsgemeente van de Free Presbyterian Church in Odessa flink krimpen. Ds. Dmytro Levytskyi bleef echter op zijn post. Hij wil de naasten in nood helpen en de verspreiding van Gods Woord in Oekraïne voortzetten. De vraag naar Bijbels en gereformeerde lectuur houdt aan, ondanks de oorlog.
De Free Presbyterian Church of Scotland (FPC) heeft ruim vijftig gemeenten. Het merendeel daarvan bevindt zich in Schotland. Maar er zijn ook gemeenten in Australië, Nieuw-Zeeland en Zimbabwe. Een plaats waar je niet zo snel een FPC zou verwachten is Odessa in Oekraïne. In de havenstad aan de Zwarte Zee is een kleine gemeente, verbonden aan het Schotse kerkgenootschap. De FPC heeft via de Mbuma-Zending nauw contacten met een aantal reformatorische kerken in Nederland.
Predikant van de zendingsgemeente in Odessa is Dmytro Levytskyi. Ondanks het oorlogsgeweld komt de gemeente nog samen. Eenvoudig is het niet, meldt hij: „Er zijn stroomstoringen. Die leiden weer tot een tekort aan watervoorziening en verwarming. De prijzen zijn hoog”, zo vat hij de zorgen samen. In het kerkje aan de Pestelyastraat staat een houtkachel, vertelt de voorganger. „Die hebben we enkele jaren geleden geïnstalleerd en die helpt ons nu om de kerk warm te houden.”
De gemeente was ooit groter, momenteel bezoeken negen mensen de gemeente. „Een aantal komt niet, deels als gevolg van Covid-19. Een ander deel van de gemeente verhuisde als vluchteling naar andere landen” na het begin van de oorlog in februari.
Het is de laatste weken wat rustiger in Odesse –een stad met ruim een miljoen inwoners– vindt ds. Levytskyi. „De afgelopen maanden waren moeilijker dan de huidige tijd. Beschietingen en luchtaanvallen waren er toen bijna dagelijks. Ons antiraketsysteem schoot raketten en drones boven onze hoofden neer. Hoewel het beangstigend was, was onze verwachting van de Heere. We baden tot de Hem om bevrijding en of de Russen Odessa niet zouden innemen. We zagen in de media de barbaarse wreedheden die de Russen begaan in het noorden en oosten van het land. Daarom trokken velen naar het westen van het land of naar het buitenland.”
Een paar momenten staan in het geheugen van ds. Levytskyi gegrift. Zoals die morgen toen „twee raketten van het Oekraiense antiraketsysteem me wakker maakten. Het was om half zes ’s ochtends. Ze gingen voor mijn raam de lucht in. Ik zal de explosies die ik die ochtend hoorde waarschijnlijk nooit meer vergeten.” De Heere gaf bescherming, zegt ds. Levytskyi. „Ja, de Heere is genadig en goed voor ons.”
Zendingswerk
Ds. Levytskyi bleef in Odessa ondanks het oorlogsgeweld. „We vonden dat we moesten blijven en ons zendingswerk moesten blijven doen, zoals Bijbelverspreiding per post. Zoveel als mogelijk. We doen dat met hulp van de Trinitarian Bible Society. Dat Engelse Bijbelgenootschap levert de Bijbels. Het is onze taak het Evangelie te blijven verkondigen, ook als er weinig mensen willen luisteren.
Men is meer bezig, zegt de predikant, „met de vraag waar benzine is te krijgen of hoe ze hun gadgets kunnen opladen, en hoe ze hun huis of appartement kunnen opwarmen sinds de winter is ingevallen. Mensen zijn druk met het hakken van hout.”
Ondanks alle bedreigingen mag het werk doorgaan. „Het is verbazingwekkend om te zien dat we ondanks Russische aanvallen verzoeken kregen om Bijbels en gereformeerde lectuur. Daar hebben mensen nog steeds belangstelling voor.”
Dankbaar is de predikant voor de steun die hij krijgt vanuit het buitenland. „Toen we al ons spaargeld hadden uitgegeven, kwam er hulp. De prijzen in de supermarkten en bij de benzinestations zijn omhoog geschoten, maar verschillende mensen uit landen zoals Australië, Schotland en de Verenigde Staten hebben grote giften gegeven voor onze gemeente. Moge de Allerhoogste hen honderdvoudig zegenen. Er was een moment dat we boven onze hoofden twee explosies zagen van de drones die ons gebouw hadden kunnen, maar ze werden onderschept.”
En wat kan de gemeente doen? „We moeten ons belangrijkste wapen gebruiken, namelijk het gebed. We moeten de huidige omstandigheden voor de troon van Gods genade brengen en de Heere smeken dat deze oorlog zal worden gestopt en zich niet over heel het continent zal verspreiden”, zo zei ds. Levytskyi eerder dit jaar in het magazine van de FPC.
En „we moeten de Allerhoogste vragen om ons te zegenen bij het helpen van degenen die in leven blijven, maar hebben geleden en alles hebben verloren. Het is onze christelijke plicht om onze naaste lief te hebben: „Doch het heil der rechtvaardigen is van den Heere; hun Sterkte ter tijd van benauwdheid”, zoals Psalm 37:39 zegt.”