VN hameren erop dat Kabul vrouwen niet langer beperkingen oplegt
De Verenigde Naties hebben er dinsdag op aangedrongen dat de Afghaanse machthebbers, de Taliban, onmiddellijk hun beleid stoppen waarmee vrouwen worden achtergesteld. Volgens de mensenrechtenchef van de VN, Volker Türk, heeft dat beleid verschrikkelijke gevolgen. „Geen enkel land kan sociaal en economisch ontwikkelen, zelfs niet overleven, als de helft van de bevolking wordt uitgesloten”, aldus Türk.
De Taliban „moeten de rechten van alle vrouwen en meisjes respecteren. Zij moeten gezien en gehoord worden, deelnemen en bijdragen aan alle aspecten van het sociale, politieke en economische leven in het land”, betoogt Türk.
De extremistische Taliban die voornamelijk bestaan uit leden van Pathaanse (Pashtun) stammen, zijn met de val van de hoofdstad Kabul in 2021 opnieuw aan de macht gekomen in het land. Ze voerden eerder in de jaren 1996 - 2011 een schrikbewind in een groot deel van het land. De Taliban willen vrouwen uit het openbare leven weren op basis van hun patriarchale cultuur en hun conservatieve interpretatie van de islam.
Zaterdag nog verboden de Taliban vrouwen te werken voor niet-gouvernementele organisaties, terwijl ze al van een heleboel overheidsfuncties uitgesloten zijn. Ook in het onderwijs worden beperkingen opgelegd zoals het afschaffen van middelbaar en hoger onderwijs voor vrouwen. Vrouwen mogen ook niet alleen reizen, moeten gesluierd zijn buiten hun woning en mogen niet naar parken. Aanvankelijk was het nieuwe Talibanregime aarzelend, omdat het dringend erkenning en economische steun van het buitenland nodig heeft, maar inmiddels worden vrouwen steeds vaker buitengesloten. De meerderheid van de Afghanen, naar schatting meer dan 55 procent, is niet-Pathaans en heeft niets met die denkbeelden van de Taliban.
Ook de VN-Veiligheidsraad heeft zich dinsdag uitgesproken tegen het beleid van de Taliban. De Veiligheidsraad riep in een verklaring op tot de „volledige, gelijkwaardige en betekenisvolle deelname van vrouwen en meisjes in Afghanistan”. Het afschaffen van middelbaar en hoger onderwijs voor vrouwen betekent volgens de leden van de raad „een toenemende afbrokkeling van respect voor mensenrechten en fundamentele vrijheden”.