Eerder was afgesproken dat Rijk en provincie de meerkosten ieder voor de helft dragen. Maar de provincie kan de almaar oplopende kosten niet meer betalen.

De 60 kilometer lange Maaslijn loopt door de provincies Limburg, Brabant en Gelderland. Limburg is namens de drie provincies samen met het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (I&W) opdrachtgever voor de renovatie. ProRail moet die uitvoeren.

Al twee jaar geleden had de Maaslijn geëlektrificeerd en verdubbeld moeten zijn, maar steeds weer werd dat uitgesteld. Mede door stijgende kosten als gevolg van de oorlog in Oekraïne kan de lijn pas in 2027 vernieuwd worden opgeleverd, althans volgens de laatste prognose van ProRail. De kosten lopen almaar op en worden inmiddels geraamd op 300 tot 400 miljoen. Hoeveel precies wordt komende zomer waarschijnlijk pas duidelijk, als de resultaten bekend zijn van een nieuwe aanbesteding.

Eerder dit jaar blies ProRail een eerdere aanbesteding voor de vernieuwing van de lijn af vanwege de fors gestegen kosten, en werkzaamheden aan de Duitse kant van de Betuwelijn. Die leiden ertoe dat tachtig weken lang veel goederenvervoer via de Brabantlijn (Eindhoven - Venlo - Duitsland) verloopt, en al die tijd mag conform afspraak niet aan de Maaslijn gewerkt worden.

Gedeputeerde Maarten van Gaans verzuchtte samen met de Staten dat als de Maaslijn in de Randstad had gelegen, het probleem al lang zou zijn opgelost. Volgens de PvdA was een soortgelijk probleem daar niet eens ontstaan. „Dat gebeurt alleen in de provincies die ver van de randstad afliggen”, sneerde PvdA-statenlid Aleida Berghorst. Van Gaans liet weten eerder al aan staatssecretaris Vivianne Heijnen (I&W) te hebben laten weten dat Limburg niet weer de beurs kan trekken.