Buitenland

Rouwen in de partytent

Psychologen, pastores, reisorganisaties en ambassadepersoneel. Ze zijn allemaal betrokken bij de opvang van toeristen die door de zeebeving familie of vrienden hebben verloren. Die worden ook nog eens zorgvuldig afgeschermd van opdringerige media. Thaise nabestaanden hebben op dat punt het nakijken. Hun leed ligt figuurlijk én letterlijk op straat. Toch kent ook Thailand zijn onzichtbaar gehouden rampslachtoffers: illegalen uit buurland Birma.

10 January 2005 10:14Gewijzigd op 14 November 2020 02:05
Ayonee Sveha (56)
Ayonee Sveha (56)

Een door vier palen omhooggehouden tentzeil is de enige beschutting die Ayonee Sveha (56) met haar drie dochters heeft kunnen vinden. Het afdak maakt deel uit van een provisorisch opgezet tentenkamp voor dakloos geworden families in Khaolak, het kustgebied ten noorden van Phuket dat het zwaarst door de tsunami is getroffen. Phuket heeft de naam grootste slachtoffer te zijn, Khaolak ís het. Vóór 26 december was het gebied hard op weg Phuket als populaire vakantiebestemming te evenaren; nu is het voor jaren terug bij af.

Dat laatste geldt zeker voor het gezin van Ayonee en haar man. Al hun bezittingen zijn door de vloedgolf weggespoeld. Hun huisje bestaat nog slechts uit wrakhout. In afwachting van een tijdelijke paalwoning, die even verderop wordt neergezet, zijn ze neergestreken in dit wankele onderkomen, dat nog het meest weg heeft van een overjarige partytent. Terwijl zijn gezin hier gedwongen zit te kamperen, is Ayonees echtgenoot alweer aan het werk - als bouwvakker nog wel. Misschien is deze dakloze wel bezig een villa voor een rijke zakenman neer te zetten…

Tweedehands kleren liggen onder het tentzeil op de grond gestapeld; ze vormen er het enige interieur. Elektriciteit voor licht is er niet. ’s Avonds is het kampement een schouwspel van rook en flikkerende lichtjes.

Op deze plek, te midden van drukte en geroezemoes, zullen Ayonee en haar dochters moeten verwerken wat ze op de 26e hebben meegemaakt. En dat is nogal wat. Op het nippertje hebben de vrouwen zich uit de kolkende watermassa weten te redden, en aan Ayonee is te zien met welk een geweld dat gepaard ging. Ze heeft een opgezwollen gezicht, waardoor één oog bijna wordt dichtgedrukt, en om een wond aan haar voet is een smoezelige doek gebonden.

Maar haar grootste wond zit dieper en is onzichtbaar. Dat is het verlies van een van haar dochters en van twee kleinkinderen. De 22-jarige dochter werd door het water meegesleurd, zo vertelt haar zus Add, en raakte vervolgens met haar hals verstrikt in een stuk draad. Of ze daardoor is gewurgd of verdronken? Er zijn verschrikkingen die je enkel respectloos kunt preciseren, en deze is er een van.

Op vragen over Ayonees kleinkinderen -hoeveel ze er heeft, hoe ze heten, hun leeftijd- volgen meerdere antwoorden; een voor een worden ze door de dochters gecorrigeerd of zelfs ontkend. „Moeder is nog wat in de war”, zegt dochter Add (31) vergoelijkend. Ook haar man is alweer aan het werk.

Bijna terloops vertelt ze -en ze doet het met een voor westerlingen bizarre glimlach- dat twee van háár kinderen in de golven zijn omgekomen: één van acht jaar, en één van een maand oud.

Kort daarna nemen we afscheid, want verder vragen is als het plegen van heiligschennis. Voor deze vrouwen geen psycholoog of pastor, maar een nieuwsgierige vreemdeling die even aan komt waaien. En die zíj weer verder hebben geholpen, want er is weer stof voor een verhaaltje. Intussen voelt het als een postbode die rouwbrieven openmaakt alvorens ze te bezorgen. Die zou als verslaggever in Thailand zó aan het werk kunnen.

Maar het kan altijd nog erger, respectlozer. In zijn tijdelijk kantoor in het gemeentehuis van Phuket vertelt Terje Skavdal over Birmese illegalen die door de Thaise autoriteiten uit het rampgebied worden gehaald, omdat ze als niet-Thaise slachtoffers van de ramp worden gezien als een vervelende kostenpost en overbodige ballast. Skavdal is hoofd van het rampenfonds van de Verenigde Naties (Undac) en heeft als standplaats de Japanse stad Kobe.

Thailand wil de illegale immigranten, die al tientallen jaren in dit gebied wonen en werken, zelfs terugsturen naar hun eigen land, terwijl de Birmese regering al heeft laten weten ze niet te willen opnemen. Skavdal acht het een dure taak voor zijn collega’s van de VN-vluchtelingenorganisatie UNHCR om er koste wat kost voor te zorgen dat deze niet-erkende slachtoffers van de zeebeving niet ook nog klem komen te zitten tussen twee ruziënde landen.

Hopelijk ziet Thailand spoedig in dat wegsturen een grote vergissing is, zegt Skavdal. „Deze mensen zullen hier nog hard nodig zijn als de wederopbouw op gang komt.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer