Dat zei ds. G. Clements, predikant van de gereformeerde gemeente te Gouda, zaterdagavond bij de opening van het nieuwe seizoen van de Stichting Reformatorische Bezinningsavonden (SRB) voor alle vier de locaties in Nederland. Ds. Clements sprak in de Nieuwe Westerkerk te Capelle aan den IJssel. Hij wenste dat de Bijbel voor de SRB-jongeren geen gesloten boek zou zijn. „De Bijbel is het boek van God. Hij is de Auteur. In het kleine bibliotheekje van 66 boeken zijn de wijsheid, de rechtvaardigheid en de liefde Gods te vinden. De Bijbel is volmaakt, van kaft tot kaft”, zei hij. „Heeft men de Bijbel eerst proberen te verbranden, nu wordt hij verminkt door de schriftkritiek. De moderne theologie heeft van de Bijbel een sprookjesboek gemaakt.”

Volgens de predikant is de Bijbel „op de snijtafel van de hoogverlichte mens gelegd” en is hij daardoor zijn betrouwbaarheid kwijtgeraakt. „Het is begonnen met kritiek op de eerste vijf boeken van Mozes. Mozes zou niet de auteur zijn van deze vijf boeken. Ze zouden in verschillende tijden geplaatst kunnen worden, waarna ze later als een puzzelstuk bij elkaar gevoegd zouden zijn. Vervolgens is men gaan twijfelen aan de belangrijkste aspecten van het leven van Jezus Zelf. De wonderen kunnen nooit gebeurd zijn, de opstanding uit de dood is onmogelijk en het plaatsvervangend lijden wordt in twijfel getrokken. Zo heeft de duivel het wapen van de schriftkritiek gebruikt en verwarring en twijfel gezaaid.”

Waren we in Nederland eens een land met de Bijbel, „nu is Nederland een land zonder Bijbel geworden”, aldus ds. Clements. „De Bijbel spreekt van de nood van mijn leven. De Bijbel is een zwaard, dat wondt en heelt, breekt en bouwt, ontdekt en troost. Het is een middel in de hand van Gods Geest. De Bijbel wijst de weg naar Boven. De Bijbel leert ons de heiligheid van God, de zonden van het hart en wijst de zaligheid in Christus aan.” De Goudse predikant noemde dat „de Bijbel in een notendop.”

Ds. A. van der Zwan, christelijk gereformeerd predikant in Sliedrecht, sprak over ”Het openbare leven als christen in deze tijd”. „Een christen is iemand die in de burgerlijke stand van het koninkrijk der hemelen is ingeschreven. Onze wandel is in de hemelen”, zo zei hij, verwijzend naar wat Paulus schrijft in Filippensen 3:20. „Als onze wandel, ons regeringscentrum, in de hemelen is, schept dat verplichtingen.” Daarin vergeleek ds. Van der Zwan het leven in het Romeinse Filippi met dat van de christenen in die stad. „Er waren vijanden van het kruis van Christus, ze maakten van hun buik hun God, leefden in hun schande en bedachten aardse dingen. Ze leefden voor seks, eten en drank. Griezelig actueel”, aldus de Sliedrechtse predikant.

„De massa leeft immers zo. De wandel in de hemelen is: hoe te staan tegenover de Koning van dit koninkrijk. Burgers van dat koninkrijk zijn op doorreis. Het moet gezien worden waartoe je behoort. Moslimvrouwen die consequent een hoofddoek dragen, hebben dat door. Burgers van het koninkrijk der hemelen zijn herkenbaar aan het feit dat ze een Zaligmaker hebben”, aldus ds. Van der Zwan.

Hij noemde het geen gemakkelijke taak om daar in het openbare leven voor uit te komen. „De vijandschap wordt steeds groter en de kloof tussen de brede en de smalle weg wordt steeds dieper. Het is de vraag waar je hart naar uitgaat. Ken je een uitzien naar het moment dat je naar ”huis” mag? Zoek je contact met ”thuis” door het gebed? Zoek je de toekomende stad?”