Dat heeft H. Pennings, president-commissaris van Essent, gezegd in een maandag gepubliceerd interview in Het Financieele Dagblad.

Brinkhorst wil de energiebedrijven opsplitsen in een netwerk- en een productie- annex leveringsbedrijf. Volgens hem bevordert deze scheiding eerlijke concurrentie en dient zij de belangen van de consument. De energiebedrijven zien daar niets in. Zij vrezen inkomstenverlies en extra kosten.

Ondanks het vergevorderde stadium waarin de wetgeving zich bevindt, blijft Essent proberen gedwongen splitsing af te wenden. „Als je werkelijk niet gelooft dat de netwerken niet onafhankelijk zijn, vind dan een institutionele investeerder, die een ”enforced minority stake” (een minderheidsbelang met bijzondere rechten, red.) neemt”, aldus Pennings in Het Financieele Dagblad.

Dat zou betekenen dat Essent het merendeel van het economische eigendom van de netten behoudt, maar een belangrijk deel van de zeggenschap overdraagt aan een derde, door Economische Zaken goed te keuren investeerder. Dat levert volgens Essent voldoende garanties op dat de raad van bestuur nooit misbruik kan maken van het netwerk.

De energiebedrijven hebben het afgelopen jaar meermalen met Brinkhorst om de tafel gezeten, maar ze hebben hem niet weten te overtuigen. „Brinkhorst zegt ook in de Kamer dat hij met de bedrijven onderhandelt. Dat is helemaal niet zo.” Essent wil graag alsnog in gesprek komen met de minister. Juridische procedures tegen splitsing ziet Pennings als laatste strohalm. Maar mogelijkheden zijn er wel, meent hij.

Ook Eneco houdt nadrukkelijk de mogelijkheid van een gang naar de rechter open.