Urk wil nieuwe uitgaanscultuur: „Het moet afgelopen zijn met de excessen”
Urk gaat de uitgaanscultuur onder jongeren aanpakken. Het onderwerp stond donderdagavond op de agenda van de gemeenteraad. Onder meer het gebruik van drugs en alcohol moet terug worden gebracht, vindt het college van burgemeester en wethouders. „Het momentum is er, nu moeten we het doen.”
In de twee jaar dat Cees van den Bos burgemeester is van Urk sprak hij met talloze burgers. Van piepjong tot stokoud, van echte Urkers tot ‘vreemden’, van vissers op zee tot vissers van mensen. En in die gesprekken kwam heel vaak de vrijetijdsbesteding van jongeren aan bod, zegt de burgervader donderdagmiddag desgevraagd.
Menig Urker maakt zich volgens Van den Bos namelijk zorgen over het uitgaansleven in Urk. In illegale barretjes op het industrieterrein vinden buitensporigheden op het gebied van alcohol, drugs en seks plaats. De prijs voor een biertje is er laag, de groepsdruk hoog. „Een groot deel van de gemeenschap is daar niet blij mee.”
De burgemeester kaartte het probleem aan bij het college en in november bij de gemeenteraad. Tijdens de raadsvergadering van donderdag werd dit punt nogmaals kort besproken. „De Urkers zelf moeten aan de slag. Ik ben de aanjager, maar ga de regels of oplossingen niet dicteren. Die moeten uit de gemeenschap zelf komen”, vindt Van den Bos. Een projectgroep moet het nog te vormen beleid in goede banen gaan leiden.
De burgemeester benadrukt dat het met een groot deel van de Urker jongeren heel goed gaat. „Ongeveer 44 procent van de inwoners van Urk is onder de 25 jaar. We hebben hier dus heel veel jeugd. Slechts een klein deel daarvan zorgt voor problemen.”
Faciliteren
Terwijl het aantal jongeren groeide, deed de hoeveelheid voorzieningen dat niet, vertelt Van den Bos. „Het aantal horecazaken is nog steeds hetzelfde als pakweg twintig jaar terug.” In Urk is volgens hem voor jongeren te weinig te beleven en ook het aantal kerkelijke jeugdhonken nam de afgelopen jaren nauwelijks toe. „Het is heel logisch dat jongeren elkaar willen ontmoeten. Dat is zelfs gezond. Aan ons als gemeente en gemeenschap is het de taak dat te faciliteren.”
Met behulp van sportclubs, welzijnsorganisaties, kerken en horecazaken moet voorkomen worden dat een deel van de jongeren zich misdraagt in het weekend, zegt Van den Bos. „Het gaat om zowel verbinden als begrenzen. We moeten jongeren zien te verleiden om andere activiteiten te doen in het weekend of om op een leuke en veilige manier uit te gaan. Tegelijkertijd moeten we de excessen blijven aanpakken.” Het verbieden van de barretjes op het industrieterrein waar bezoekers zich niet aan de regels houden, behoort volgens hem daarbij ook tot de mogelijkheden.
Bagatelliseren
De uitgaanscultuur is al langer een hoofdpijndossier voor het voormalige eiland. In september 2021 liep een vriendengroep op een zaterdagavond in nazi-uniformen over straat. In januari van datzelfde jaar staken jongeren een coronateststraat op het haventerrein in brand. Ook op een rotonde in het dorp werd diverse keren brand gesticht.
De burgemeester realiseert zich dat een omslag in de uitgaanscultuur niet zomaar is gemaakt, maar spreekt wel van „een momentum”. „Door alle lagen van de bevolking ontmoet ik mensen die zeggen dat het anders moet. Natuurlijk zijn er ook Urkers die zeggen: „We zijn zelf ook jong geweest en deden gekke dingen. Als ze trouwen, draaien ze wel weer bij.” Dat is de ernst van de situatie bagatelliseren. Het is nu compleet anders dan vroeger.”
Serieus
Verreweg de meeste Urkers nemen het probleem volgens de burgemeester echter heel serieus. „We zijn trots op Urk, maar durven ook de zaken aan te pakken die verbetering nodig hebben.”
Daarnaast heeft Urk 1,5 miljoen euro van het Rijk gehad om de excessen onder jongeren grondig te onderzoeken. „Dat is relatief veel voor een gemeente van onze omvang. Ik heb er dan ook het volste vertrouwen in dat dit nieuwe uitgaansbeleid de komende jaren een succes zal worden. Ik ga er in ieder geval alles aan doen.”