Geen grondrechtentoets voor ANBI’s
De Belastingdienst gaat in de toekomst niet vooraf na of de activiteiten van bestaande en nieuwe algemeen nut beogende instellingen (ANBI’s) botsen met de grondrechten.
Dat schreef staatssecretaris Van Rij (Financiën) donderdag aan de Tweede Kamer.
Van Rij volgt daarin het advies van de commissie-Bekkers, die een dergelijke toets „onwenselijk, onnodig en onwerkbaar” had genoemd.
Van Rij’s voorganger, Vijlbrief, riep de commissie in het leven. Hij deed dat na een tendentieus stuk in het AD, waarin onder andere stichting De Vluchtheuvel werd beticht van het aanbieden van conversietherapie.
„Voor de enkele ANBI’s die doelen nastreven die kunnen schuren met de maatschappelijke opvattingen, maar waarvan de activiteiten niet beperkt kunnen worden op grond van de bestaande instrumenten, zouden verdergaande maatregelen niet alleen een buitengewoon complexe taak voor de Belastingdienst opleveren maar ook de veelzijdigheid van ANBI’s kunnen schaden”, aldus Van Rij.
De bewindsman wijst er verder op dat de wet nu al de mogelijkheid biedt om in gevallen waar overduidelijk (strafrechtelijke) grenzen zijn overschreden de ANBI-status af te wijzen of in te trekken.
Een minder vergaande aanbeveling van de commissie wordt wel overgenomen, aldus Van Rij. Die ziet op het preventief verzamelen van informatie over de activiteiten van ANBI’s via een nog op te zetten centraal digitaal aanleverpunt.
Bij de Belastingdienst staan momenteel zo’n 45.000 ANBI’s geregistreerd. Dat kunnen goededoelenorganisaties zijn, maar ook kerkelijke, culturele of politieke instellingen. Hun donateurs betalen minder belasting omdat zij hun giften dankzij de ANBI-status mogen aftrekken van hun belastbaar inkomen.