Hooghouden morele standaard vereist voortdurende alertheid in Brussel
Politie-invallen, arrestaties en de vondst van 1,5 miljoen euro cash in woningen en een hotelkamer. Een corruptieschandaal in het Europees Parlement zet Brussel op zijn kop. Of, zoals de Britten zo kernachtig zeggen: „Many jaws are left on the floor.”
De verbijstering geldt wel in het bijzonder het feit dat er hooggeplaatste personen uit het Europarlement bij de kwestie betrokken zouden zijn. Hoofdverdachte is Eva Kaili, een van de vice-voorzitters van de volksvertegenwoordiging.
En deze zaak is vermoedelijk nog maar het topje van de ijsberg, waarschuwde Michiel van Hulten, directeur van Transparency International EU, begin deze week. Buitenlandse beïnvloeding van Europees beleid door omkoping is volgens hem wijdverbreid en wordt in de hand gewerkt door zwakke regelgeving en gebrek aan deugdelijk toezicht op dit gebied.
De reacties van EU-lidstaten die zelf onder vuur liggen omdat zij het niet zo nauw nemen met de principes van de rechtsstaat, laten zich raden. Wil Brussel ons de les lezen, boetes uitdelen en privileges ontnemen? Dan mogen de Europese instellingen eerst wel eens grondig orde op zaken stellen in eigen huis.
Hetzelfde geldt voor landen die in de wachtkamer zitten om lid van de Europese Unie te worden. Keer op keer krijgen zij te horen dat het proces van toetreding nog jaren kan duren. Ze moeten meer doen aan corruptiebestrijding en wetgeving doorvoeren die scheiding der machten en bescherming van minderheden beter garandeert. Anders passen zij niet in de EU.
Die kritiek op de unie is op zichzelf terecht. Want het lobbycircuit in Brussel is danig verziekt. En het is hoog tijd dat alle mooie beloften om corruptie uit te bannen worden waargemaakt. Commissievoorzitter Ursula von der Leyen beloofde bij haar aantreden dat er een onafhankelijke ethische instantie zou komen om onderzoek te doen naar ongeoorloofde lobbyactiviteiten. Dat is tot op heden niet gebeurd. Inmiddels heeft ze die belofte opnieuw kracht bijgezet met een concreet voorstel.
Tegelijkertijd kunnen de verwijten richting Brussel geen reden zijn voor regeringen om de zaken in eigen land dan maar op hun beloop te laten. Elke overheid heeft haar eigen verantwoordelijkheid om de principes van de democratische rechtsstaat hoog te houden en te waarborgen.
Het feit dat ook hooggeplaatste figuren in de Europese Unie niet ongestraft wegkomen met omkoping en andere ongeoorloofde praktijken, bewijst intussen wel dat basismechanismen van de rechtsstaat ook in Brussel nog voldoende functioneren. Dat is in veel landen waar democratische principes met voeten worden getreden wel anders.
Het huidige corruptieschandaal in het Europees Parlement –en de dubieuze lobbywereld die daarachter zit– bewijzen echter wel dat het hooghouden van een morele standaard voortdurende alertheid vereist.