De wet moet in de plaats komen van de tijdelijke coronawet van het vorige kabinet. Die mocht medio vorig jaar niet langer worden verlengd, zo oordeelde de Eerste Kamer. Kuipers kan sindsdien niet meer terugvallen op een wet die hem in staat stelt in te grijpen bij een nieuwe pandemie. Daarom werkte hij achter de schermen al geruime tijd aan het toekomstbestendig maken van de Wet publieke gezondheid, om in die leemte te voorzien.

De versie van de wet waarover de Kamer maandag sprak, biedt het kabinet ruimte om indien nodig opnieuw een quarantaine-, test- en mondkapjesplicht in te voeren, afstandsmaatregelen te treffen en sluitingsbevelen te geven voor publieke plaatsen. Ze voorziet echter niet in een grondslag voor het coronatoegangsbewijs, het sluiten van scholen of het instellen van een avondklok.

Dat gegeven stelde maandag echter niet alle partijen gerust. Net als de tijdelijke coronawet geeft ook de nieuwe pandemiewet het kabinet namelijk een zogeheten noodbevoegdheid. Daarmee zou Kuipers alsnog vergaande vrijheidsbeperkende maatregelen kunnen invoeren, zonder dat de Kamer daar vooraf mee hoeft in te stemmen.

PVV en SGP willen om die reden dat de noodbevoegdheid uit de conceptwet wordt geschrapt.

Om de Kamer gunstig te stemmen, verzekerde Kuipers maandag dat hij de noodbevoegdheid nooit zal aanwenden om de coronapas erdoor te drukken. „Een toegangsbewijs is meer ter overweging als je een stabiele of dalende fase van een pandemie bereikt hebt en eventueel sneller open wilt gaan in bepaalde sectoren. Dat is geen acute nood”, zo sprak hij geruststellend.

Het meest doorslaggevend leek echter zijn welwillendheid om een wijzigingsvoorstel over te nemen van GroenLinks en PvdA. Die willen dat forse maatregelen zoals het sluiten van publieke plaatsen in beginsel na acht weken verlopen, waarna de Tweede en Eerste Kamer bepalen of ze nog mogen worden verlengd. Als dat in de wet komt, zijn ook GroenLinks en PvdA naar verwachting voor en is er in beide Kamers een meerderheid.