Verdachte Lockerbie-ramp verschijnt voor rechter VS
Een Libische inlichtingenagent die wordt verdacht van het maken van de bom waarmee 34 jaar geleden een PanAm-vliegtuig boven het Schotse Lockerbie werd opgeblazen, is maandag verschenen voor een federale rechtbank in Washington.
De Verenigde Staten klaagden deze Abu Agila Masud twee jaar geleden aan omdat hij beweerde een sleutelrol te hebben gespeeld bij de bomaanslag op 21 december 1988. Door de ramp kwamen 270 mensen om het leven, onder wie veel Amerikanen. Alle 259 inzittenden van de Boeing 747, die van Londen naar New York vloog, kwamen om. Nog eens elf mensen op de grond stierven nadat brokstukken van het toestel op een woonwijk terechtkwamen.
„Ik kan niet praten voordat ik mijn advocaat heb gezien”, zei Masud via een tolk tegen de Amerikaanse rechter Robin Meriweather. De inlichtingenagent zou in 2012 zijn misdaden hebben bekend. Vorige maand werd duidelijk dat hij was ontvoerd door een Libische militie. De BBC meldde zondag dat hij zou zijn overgedragen aan de VS en daar in de cel zou zitten.
„Talloze families zijn nooit volledig hersteld van zijn daden”, aldus aanklager Erik Kenerson tegen de rechtbank. Hij zei dat de regering niet de doodstraf zal eisen, dat betekent dat de maximale strafeis levenslang zal zijn.
Een speciale Schotse rechtbank, die zitting had in Nederland, veroordeelde in 2001 de Libische inlichtingenofficier Abdel Basset al-Megrahi tot levenslang voor de aanslag. Hij zou hebben samengewerkt met anderen, maar die zijn nooit geïdentificeerd. Al-Megrahi werd in 2009 vrijgelaten omdat hij aan kanker leed. Hij stierf in 2012 in Libië.