Tilburg vindt strafvervolging om chroom-6 niet op zijn plaats
De gemeente Tilburg vindt dat ze niet strafrechtelijk kan worden vervolgd voor het blootstellen van uitkeringsgerechtigden aan de gevaarlijke stof chroom-6. Om uiteenlopende redenen moet de rechtbank het Openbaar Ministerie (OM) niet-ontvankelijk verklaren, betoogde de advocaat van de gemeente tijdens een zitting in Rotterdam. Als alle argumenten toch inhoudelijk worden bekeken, zou volgens hem vrijspraak moeten volgen.
Het OM vervolgt Tilburg en NedTrain, het onderhoudsbedrijf van de NS, omdat ze jarenlang mensen met een bijstandsuitkering zonder adequate voorzorgsmaatregelen hebben laten werken aan oude treinstellen waar verf met de roestwerende stof chroom-6 op zat. Levensgevaarlijk en verwijtbaar vindt de officier van justitie dat. Beide partijen zouden wat het OM betreft veroordeeld moeten worden tot geldboetes ter waarde van 317.000 euro.
Frits Schneider, de raadsman van de gemeente, richtte zich aan het begin van zijn pleidooi tot gedupeerden in de zaal. Hij erkende dat zij zijn blootgesteld aan gevaarlijke stoffen en benadrukte dat het gemeentebestuur met hen meeleeft. „Uw emoties worden begrepen.” De raadsman kon zich voorstellen dat het juridische verhaal dat daarna zou volgen „akelig om aan te horen” is. Want dat kwam erop neer dat een strafzaak niet op zijn plaats zou zijn.
Zo bestrijdt de gemeente dat ze überhaupt heeft opgetreden als werkgever. Het project werd geleid door re-integratiebedrijf tROM en dat was „een zelfstandig opererende eenheid” die ook mensen uit omliggende gemeenten aan het werk zette. Dat uitsluitend de gemeente Tilburg wordt vervolgd, zou een vorm zijn van „rechtsongelijkheid en willekeur” en daarom tot niet-ontvankelijkheid moeten leiden.
Verder speelt de vraag of de hele zaak niet is verjaard. Het project kwam in 2011 ten einde. Justitie meent dat voor de periode van maart 2009 tot en met december 2010 nog strafvervolging mogelijk is, maar dat klopt volgens de verdediging niet. Op de achtergrond speelt hier een juridische discussie over een wetswijziging. In de nieuwe wet, die inging in 2013, werd de verjaringstermijn voor het soort delicten waar de zaak om draait verdubbeld, van zes naar twaalf jaar. Volgens de gemeente is de termijn uit de oude wet van toepassing.
Daarnaast bestrijden de advocaten van de gemeente dat kennis over de gevaren van chroom-6 destijds algemeen bekend was. Ze stellen bovendien dat deelnemers wel degelijk werden geïnstrueerd over het gebruik van beschermingsmiddelen, zoals mondkapjes. Begeleiders die daarop hamerden, hebben verklaard dat ze weleens werden geconfronteerd met agressief gedrag. „Het aanspreken van deelnemers op hun gedrag was niet altijd zonder risico’s”, aldus de verdediging.
NedTrain stelde tijdens een eerdere zitting dat het zichzelf onschuldig acht en dat de verantwoordelijkheid bij Tilburg ligt.