Amsterdam komt met subsidie voor activiteiten slavernijverleden
Amsterdam stelt volgend jaar 400.000 euro subsidie beschikbaar voor inwoners en organisaties die een activiteit willen organiseren rond de afschaffing van de slavernij. In 2023 wordt herdacht dat het 150 jaar geleden is dat de slavernij in Suriname en het Caribisch gebied werd afgeschaft.
Er komen twee soorten subsidies. Voor laagdrempelige en kleinschalige activiteiten is maximaal 5000 euro beschikbaar. Grotere organisaties zoals culturele instellingen kunnen rekenen op maximaal 25.000 euro. „Het gaat daarbij om grote, stadsbrede activiteiten. De focus van het herdenkingsjaar ligt op het trans-Atlantische slavernijverleden (Suriname en het Caribisch gebied), maar er is ook ruimte voor activiteiten gericht op het slavernijverleden in Azië”, aldus de gemeente.
Amsterdam speelde een grote rol in de slavernij en werkt naar eigen zeggen al langer aan erkenning daarvan. Zo bood burgemeester Femke Halsema vorig jaar excuses aan voor de rol die Amsterdam heeft gespeeld in het slavernijverleden. Ook komt er een nationaal slavernijmuseum in de hoofdstad.
Volgens wethouder Touria Meliani (inclusie en antidiscriminatiebeleid) is blijvende aandacht voor het slavernijverleden noodzakelijk. „Zeker omdat nazaten van tot slaaf gemaakten nog altijd te maken hebben met de doorwerking van de slavernij in de vorm van vooroordelen en racisme”, aldus Meliani. „Ook is er een grote groep binnen de nieuwe generatie die zich juist wil losmaken hiervan en de toegenomen aandacht voor het slavernijverleden gebruikt om hun eigen perspectief en verhaal te vertellen.”
In 1863 werd de slavernij in Suriname en het Caribisch deel van het Koninkrijk formeel afgeschaft. Veel slaafgemaakten moesten nog tien jaar doorwerken op de plantages onder ‘bijzonder toezicht’ van de Staat, waardoor de slavernij pas echt voorbij was in 1873.