„Leger Sri Lanka onderschept transporten hulpgoederen”
De Liberation Tigers of Tamil Eelam (LTTE) beschuldigt het Srilankaanse leger ervan transporten met hulpgoederen te onderscheppen en deze onder andere etnische groeperingen te verspreiden. „Het gaat om een groot probleem”, zegt LTTE-woordvoerder Rasan Senkathir. De LTTE streeft naar autonomie en uiteindelijk een onafhankelijke staat voor de Tamil-bevolking in Sri Lanka. Het merendeel van de zwaarst getroffen slachtoffers aan de noordoostkust van Sri Lanka is Tamil en moslim.
Volgens de LTTE heeft het leger tussen de 150 en de 200 vrachtwagens met hulpgoederen van niet-gouvernementele organisaties onderschept. De vrachtwagens waren onderweg van Colombo naar Trincomalee en andere getroffen gebieden in het noordoosten van Sri Lanka. Het leger bemant in het gebied een groot aantal legerposten en wegversperringen. Gedeeltes van wegen worden ’s nachts, wanneer de meeste hulpgoederen worden vervoerd, volledig afgegrendeld.
„De goederen worden naar de provinciale overheid gereden en vandaar verspreid onder de Singhalese bevolking”, zegt Senkathir. „De meesten van hen wonen in gebieden die niet door de vloedgolven zijn getroffen.” De LTTE heeft gesprekken gevoerd met vertegenwoordigers van het leger in de regio, zegt de woordvoerder, waarop dezen beloofden hun acties te staken. „Maar zelfs na deze gesprekken hebben soortgelijke diefstallen plaatsgehad”, volgens Senkathir.
De beschuldigingen worden bevestigd door twee ambtenaren van de provinciale overheid die zeggen documenten te hebben gezien die bewijzen dat een geschatte 150 zendingen van in totaal 200 vrachtwagens met hulpgoederen naar gebieden werden getransporteerd die niet door de tsunami waren getroffen. De twee ambtenaren zijn bedreigd en willen anoniem blijven. Zij zijn niet in staat de documenten te tonen die ze zeggen te hebben gezien. Een van de bestemmingen die volgens hen illegaal hulpgoederen hebben ontvangen, is de boeddhistische Jayasumanaramaya-tempel. Deze tempel herbergt echter 2000 vluchtelingen en beschikt over een voedselvoorraad voor slechts drie dagen. Woordvoerders van de tempel zeggen dat zij geen hulp hebben ontvangen van de overheid. „Al onze donaties komen van privé-organisaties”, zegt Wigitha Illukkubura.
Een groot aantal ooggetuigen zegt te hebben gezien dat vrachtwagens werden aangehouden door het leger. In sommige gevallen zouden de chauffeurs zijn gevlucht. Ooggetuigen zeggen ook dat op 30 december tussen 09.00 en 11.00 uur dertien vrachtwagens met hulpgoederen, gedoneerd door de Srilankaanse omroeporganisatie Shakthi, werden aangehouden door een jeep met zes soldaten. De hulpgoederen werden daarop naar de provinciale overheid gereden, waar een groot gedeelte van de goederen werd uitgeladen.
Een betrouwbare bron binnen Shakthi zegt echter dat deze berichten zijn gebaseerd op misverstanden. „Het leger gaf ons een escorte na een aanvraag van iemand van Shakthi. De goederen zijn naar de provinciale overheid vervoerd en van daaruit over de kampen verspreid. Hierover is documentatie beschikbaar.”
Een hooggeplaatste manager van een buitenlandse hulporganisatie zegt, op voorwaarde dat zijn naam niet wordt genoemd, dat hij op de hoogte is van de aanhouding van twee vrachtwagens die op weg waren naar een kerk in Trincomalee. De wagens werden doorgezonden naar een kamp met Singhalezen. Het gaat om een betrouwbare bron wiens informatie vooralsnog niet wordt tegengesproken. „Maar”, benadrukt hij, „het is niet het hele leger dat hierbij betrokken is. Het gaat om enkele ongeregelde elementen. Er zijn veel troepen die hun uiterste best doen om ook de Tamils te helpen.”
In 2002, na twintig jaar van gewapende conflicten, sloten de Tamil Tijgers en de Srilankaanse overheid een wapenstilstand. De spanningen in de regio zijn de laatste maanden echter weer opgelopen. In november braken er straatgevechten uit tussen verschillende etnische groeperingen. Kort voordat de tsunami de kustgebieden van het eiland verwoestte, circuleerden geruchten dat de rekrutering van LTTE-strijders zich had geïntensiveerd en dat er deze maand een belangrijk wapenfeit zou volgen.
Velen in Sri Lanka hoopten dat de ramp de verschillende partijen tot elkaar zouden brengen. In veel gevallen is dit inderdaad het geval. Een groot aantal LTTE-strijders hielp het leger en andersom. De Singhalese bevolking heeft bovendien een stortvloed aan hulp aangeboden, die zij vaak via eigen organisaties naar de hulpgebieden transporteert. „Nooit eerder in mijn leven heb ik zo veel hulp gezien”, zegt Berty Weerabangsa, administratief coördinator van de Nederlandse organisatie ZOA-Vluchtelingenzorg in Trincomalee. „Afkomstig van de Singhalezen, bestemd voor alle gebieden in Sri Lanka.”
Maar het wantrouwen begint aan beide zijden te groeien. Aan de overheid gelieerde media beschuldigen LTTE-strijders van aanvallen op burgers en diefstal van hulpgoederen. „Leugens”, zegt LTTE-woordvoerder Senkathir. In de straten van Trincomalee worden dagelijks pamfletten uitgedeeld die diefstallen van hulpgoederen beschrijven en waarin namen van overheidsfunctionarissen worden genoemd die ervan beschuldigd worden hulpgoederen te gebruiken voor privé-doeleinden.
Een functionaris met een leidende functie binnen de noordoostelijke provinciale overheid die anoniem wenst te blijven omdat hij vreest voor zijn veiligheid, zegt ook dat hulpgoederen doorgaans niet de Tamils bereiken, maar naar kampen met Singhalezen worden gereden. „Buitenlandse donorlanden zijn niet van dit probleem op de hoogte. Zij schenken hun hulp aan Colombo en denken dat alles in orde is.”
Een delegatie van voormalige Tamil-parlementsleden onder leiding van Suppiah Sathasivam, secretaris-generaal van de Ceylon Workers Alliance, bezocht Trincomalee deze week, onder anderen om deze beschuldigingen te onderzoeken. „Onze mensen verzamelden hulpgoederen en zonden die naar deze regio, maar we horen dat niets daarvan de getroffen mensen heeft bereikt”, zegt Sathasivam. „De overheid, daarentegen zegt dat de hulp evenwichtig wordt uitgedeeld.” Sathasivam neemt de beschuldigingen serieus. „Het gaat om de gevolgen van een natuurramp. Als deze diefstallen inderdaad plaatshebben, is dat betreurenswaardig. Maar we hebben het nog niet kunnen bevestigen omdat we nog maar net zijn gearriveerd.”
Sathasivam gaat druk uitoefenen op de overheid, zegt hij, „om ervoor te zorgen dat deze op evenwichtige wijze de Tamil-bevolking hulp biedt.” Het is moelijk om in Sri Lanka de waarheid te achterhalen in deze beschuldigingen. Duidelijk is dat donorlanden een transparant en betrouwbaar systeem dienen op te zetten, om ervoor te zorgen dat de hulp terechtkomt bij diegenen die deze het hardst nodig hebben. Als de hulp traceerbaar is, voorkomt dat verdere spanningen in een gebied dat meer dan voldoende ellende heeft gezien.