Ruim 1200 Surinamers werden door middel van een vragenlijst geïnterviewd over de staat van de democratie in hun land. Wat volgens de onderzoekers opvalt, is dat politieke organen zoals de president, het parlement en de regering in Paramaribo een stuk minder vertrouwen krijgen dan bijvoorbeeld het leger, de rechterlijke macht en het kiesbureau. Die laatste drie zijn instellingen die in een democratie doorgaans juist niet politiek horen te zijn maar onafhankelijk.

Een meerderheid van de Surinamers heeft weinig vertrouwen in politici en is het eens met de stellingen dat ze corrupt zijn en vooral aan zichzelf en hun eigen etnische groep denken. „Kiezers zien de partijen in hun land als één pot nat”, zegt Wouter Veenendaal, een van de onderzoekers. „De Surinaamse respondenten zijn bijzonder sceptisch over hoe de politiek werkt; negatiever dan bijvoorbeeld in Nederland of op de voormalige Nederlandse Antillen.”

Volgens de wetenschappers zijn er veel Surinaamse kiezers die in ruil voor hun stem bepaalde gunsten terugverwachten van politici. „Dat diezelfde politici de democratische instituties ondermijnen wordt kennelijk op de koop toegenomen, want Surinamers stemmen al decennialang op dezelfde partijen en politici”, aldus Veenendaal.

Het gaat volgens de politicologen om eerste bevindingen uit het onderzoek. Een verdere analyse moet nog meer duidelijkheid geven over de heersende opinie in Suriname over het democratische bestel. De wetenschappers gaan eenzelfde soort onderzoek uitvoeren in Nederland, Polen en de Verenigde Staten.