„APV-artikel kan recht op demonstratie uithollen”
De gemeente Almelo claimt de eerste lokale overheid in Nederland te zijn die „digitale ordeverstoringen” in de algemene plaatselijke verordening (APV) verbiedt. Daarmee kan ze de vrijheid van meningsuiting gaan inperken, vrezen critici.
Een van de critici is bestuursrechtadocaat Diederik Briedé uit Almelo. Hij vindt dat de gemeente in de APV vage begrippen gebruikt. „Zo wordt er gesproken over verstoring van de openbare orde. Maar wanneer is daarvan sprake?” Briedé wijst erop dat de burgemeester nu al kan ingrijpen wanneer demonstraties de openbare orde bedreigen.
De gemeente kan de bepaling in de APV gebruiken om de vrijheid van meningsuiting uit te hollen, voert Briedé aan. „Want wat gebeurt er als ik op Facebook schrijf dat ik wil demonstreren? Misschien kan de gemeente mij dan een dwangsom opleggen.”
In de bepaling valt onder meer te lezen dat het verboden is om via „digitale middelen (…) uitingen te doen, te delen en/of in stand te laten, die kunnen leiden tot een fysieke verstoring van de openbare orde in de gemeente Almelo”.
De gemeenteraad stemde eind november in met het toevoegen van het artikel aan de APV. Aanleiding voor het verbod zijn rellen en uit de hand gelopen demonstraties in Almelo, zoals het boerenprotest van afgelopen zomer en de avondklokrellen vorig jaar.
Briedé is bezorgd over de gevolgen die het besluit heeft voor de rechtsbescherming van burgers. Die is in het geding, zegt de advocaat. „Het is namelijk moeilijk om bezwaar te maken tegen een beslissing die de gemeente neemt op basis van de APV. Want daarin staan algemene regels, die gelden voor iedereen. En daartegen kunnen mensen niet in het geweer komen. Dat zou hoogstens kunnen als de gemeente per brief meedeelt dat ze een dwangsom oplegt.”
Met het verbod op digitale opruiing gaat Almelo op de stoel van justitie zitten, vindt Briedé. „Opruiing bestraffen is allang mogelijk via het strafrecht. Ik snap wel dat de burgemeester voortijdig wil ingrijpen als het nodig is, maar ik vraag me af of dit de juiste manier is.”
Volgens burgemeester Arjen Gerritsen gaat de gemeente niet op de stoel van de politie zitten. En er is geen sprake van het uithollen van de vrijheid van meningsuiting of het demonstratierecht, zegt Gerritsen. „Mijn bedoeling is het bewaken van de openbare orde.”
En dat moet ook op sociale media gebeuren, zegt de burgemeester. „Mensen maken steeds meer gebruik van sociale media. En dus gaat het weleens mis. Soms roepen burgers online op tot verstoring van de openbare orde. Daar kan ik nu tegen optreden.”
Hoe weegt u de kritiek dat u op de stoel van justitie gaat zitten? Opruiing is al verboden via het strafrecht.
„De rechter kan iemand straffen als hij iets doet dat verboden is. Maar het doel van deze regel is om gedrag af te dwingen. Als iemand een opruiende tweet plaatst, krijgt hij een dwangsom. Maar verwijdert hij dat bericht, dan trek ik de dwangsom in. Ik mag als burgemeester helemaal niet straffen.”
Critici vinden de gebruikte termen in het APV-artikel vaag. Zo is volgens hen onduidelijk wat valt onder „een fysieke verstoring van de openbare orde”. Wat vindt u daarvan?
„Daar ben ik het niet mee eens. In de gemeentewet is nauwkeurig vastgelegd wat er valt onder zo’n verstoring. Dat voorkomt inperking van het demonstratierecht. Als ik iemand een dwangsom opleg op basis van dit artikel, moet ik dat goed onderbouwen. Doe ik dat niet, dan kan iemand bezwaar indienen bij de bestuursrechter. Constateert die dat ik mijn besluit niet goed heb onderbouwd, dan veegt hij het zonder meer van tafel. Concreet: ik kan en wil dit artikel niet inzetten tegen iemand die bijvoorbeeld een lawaaidemonstratie wil organiseren omdat hij vindt dat het gemeentebestuur niet deugt. Maar wel tegen mensen die oproepen om het gemeentehuis te bestormen.”
U zegt dat er wel bezwaar mogelijk is tegen een besluit dat u neemt op basis van de APV?
„Jazeker. Tegen de APV kan iemand geen bezwaar maken, maar wel tegen de uitvoering daarvan.”