Begin van proces tegen verdachten aanslagen 2016 in Brussel
Het proces tegen verdachten van betrokkenheid bij de bloedige aanslagen in Brussel in maart 2016 is van start gegaan. Het zou eigenlijk in oktober beginnen maar de maand ervoor maakte rechtbankvoorzitter Laurence Massart bezwaar tegen de afgescheiden glazen boxen waar de beklaagden in moesten. Die zijn nu vervangen door één grote glazen ruimte. De gecoördineerde zelfmoordaanslagen, twee op het vliegveld Zaventem en een in het metrostation Maalbeek, waren het werk van een terreurnetwerk dat in november het jaar ervoor bloedige aanslagen had gepleegd in Parijs. De terreurbeweging Islamitische Staat heeft de verantwoordelijkheid opgeëist.
In Brussel werden 32 mensen gedood. Een zwaargewonde heeft haar leven eerder dit jaar op 23-jarige leeftijd laten beëindigen omdat het ondraaglijk was geworden. Ze was een van de meer dan driehonderd gewonden die bij de aanslagen in Brussel zijn gevallen. Negen van de tien beklaagden zijn woensdagmorgen in de grote rechtszaal verschenen. Eén wordt bij verstek berecht omdat hij vermoedelijk in Syrië is overleden. Onder de beklaagden is de Fransman Salah Abdeslam die in Parijs al door een speciale rechtbank voor terrorismezaken levenslang heeft gekregen als dader van de aanslagen in 2015 in die stad. Hij was daar de enige zelfmoordterrorist die zich niet opblies.
Het proces in Brussel is voor een juryrechtbank, het hof van assisen, dat voor een ernstige strafzaak wordt gevormd. Het is woensdag begonnen met de samenstelling van de jury. Er zijn twaalf juryleden en 24 reserve-juryleden nodig en talrijke mensen zijn opgeroepen om zich hiervoor te melden. Vermoedelijk zijn de geselecteerde mensen tijdens het proces volledig met deze rechtszaak bezig en negen maanden uit roulatie. Er is veel kritiek geweest op de berechting voor een volksjury. Het zou veel sneller en doelmatiger zijn geweest er een speciaal tribunaal van beroepsrechters voor in te schakelen, zoals in Frankrijk voor terrorisme gerelateerde strafprocessen sinds 1986.