Ook het aantal eiken waar de rupsen op zaten lag dit jaar lager dan een jaar eerder: volgens het kenniscentrum bedraagt de afname 18 procent. Vorig jaar namen de aantallen ook al af. „De plaagdruk bereikt nu het niveau van aanvaardbare overlast”, concluderen de onderzoekers in een overzicht op de website Nature Today. Ze zien meerdere factoren die de afname kunnen verklaren.

„De omstandigheden voor preventieve bespuitingen in het voorjaar waren gunstig, waardoor het aantal rupsen afnam”, aldus het kenniscentrum. „Veel nesten zijn tijdig, voor het uitvliegen van de vlinders, verwijderd. Het op tijd weghalen van de nesten leidt tot vijf keer minder rupsen in het daaropvolgende jaar.”

Op plaatsen waar moeite is gedaan om natuurlijke bestrijding te bevorderen, lossen vogels en roofinsecten het eikenprocessierupsenprobleem in toenemende mate op. „Ook parasitering door sluipwespen en sluipvliegen neemt toe waardoor de plaagdruk beheersbaar blijft.”

Eikenprocessierupsen laten in het voorjaar kleine brandhaartjes los. Die kunnen jeuk, bultjes en oogklachten veroorzaken.

Volgens het kenniscentrum zijn er wel regionale verschillen. Met name in het noordelijke deel van Overijssel en het zuidelijk deel van Drenthe zitten meer van de rupsen dan elders. Ook is nog onbekend hoeveel rupsen in de grond zijn gekropen „en wanneer die tevoorschijn gaan komen”.