Geef kleine kernen de ruimte
De Tweede Kamer debatteert maandag over de Vijfde Nota Ruimtelijke Ordening. Eimert van Middelkoop en Reinier Koppelaar vragen meer ruimte voor kleine kernen om te bouwen.
Nederland is vol plannen. Voor woningbouw, bedrijventerreinen, infrastructuur en waterbeheer, maar ook voor landbouw en natuurbeheer bestaan veel plannen, die elkaar soms kunnen bijten. Volgens sommige analyses zou Nederland als alle plannen naast elkaar werden uitgevoerd, een extra oppervlak nodig hebben ter grootte van de provincie Zuid-Holland! Als dat waar is, dan zal het ruimtelijke plannenmakers in de toekomst heel wat moeite kosten om het open karakter van ons nationale landschap, dat door historische ontwikkelingen -met name in de landbouw- is gevormd, intact te houden. Een grote meerderheid van de bevolking vindt blijkens enquêtes dat de open groene ruimte en de Nederlandse landschappen behouden moeten blijven. De ChristenUnie herkent zich in die wens: de bescherming van het aantrekkelijke en open karakter van het cultuurhistorische landschap past ook bij het rentmeesterschap van de overheid over de schepping. Toch is het ook nodig ruimte te bieden aan een beheerste ontwikkeling van de verstedelijking.Daarom zullen bestuurders zo nu en dan lastige keuzes moeten maken tussen verschillende ruimtebehoeften. Daarvoor is aanstaande maandag de Tweede Kamer aan zet. Dan debatteert de Tweede Kamer namelijk over de ruimtelijke inrichting van Nederland, op basis van een van de laatste omvangrijke beleidsstukken van het zittende kabinet: de Vijfde Nota Ruimtelijke Ordening. Deze planologische kernbeslissing (PKB) legt vast hoe Rijk, provincies en gemeenten in de komende tien jaar de Nederlandse ruimte moeten gebruiken op een manier die het karakter van de historisch gevormde landschappen en steden in Nederland versterkt en verbetert.
Een belangrijke problematiek die veel mensen raakt en die de afgelopen tijd gelukkig steeds bredere aandacht krijgt in de politiek, is de moeilijke positie van de kleine kernen op het platteland. Kleine kernen in ons land, zoals bijvoorbeeld in Twente en in het Groene Hart (Alblasserwaard en Vijfheerenlanden), hebben in de afgelopen jaren slechts in zeer beperkte mate woningen mogen bouwen. Dat was met name te wijten aan de provinciale sturing van het aantal nieuwbouwwoningen middels contingenten en de strakke bebouwingscontouren. In plattelandsgemeenten zijn hierdoor nauwelijks huizen verkrijgbaar voor jonge gezinnen, zodat deze zich genoodzaakt zien zich elders te vestigen. Dit zet een negatieve spiraal in werking: omdat jonge gezinnen wegtrekken neemt het aantal kinderen af, zodat het moeilijk wordt scholen en sportclubs in stand te houden. Bankfilialen en postkantoren sluiten hun loketten, openbaarvervoersverbindingen worden schaars en zelfs winkeliers houden het voor gezien. Het dorp verliest door de strikte toepassing van bebouwingscontouren tegen wil en dank het eigen karakter en dynamiek.
Bouwen
Deze negatieve spiraal kan voor een deel een halt worden toegeroepen door wijziging van de Huisvestingswet. Er ligt een wetsvoorstel bij de Eerste Kamer dat het mogelijk maakt om de lokale woningmarkt af te schermen en te reserveren voor wie in een dorp geboren en getogen is, bij zijn familie wil blijven wonen of een baan heeft in het dorp. Een deel van de Tweede Kamer wil dit voorstel nog verder aanpassen door specifieke leeftijdsgroepen te bevoordelen. Echter, deze wetswijziging lost het probleem maar aan één kant op. Voordat je de woningmarkt kunt beschermen, moet je immers wel ruimte hebben om huizen te bouwen! De ruimte die vrijkomt op locaties binnen het bestaande bebouwingsgebied zal niet voldoende zijn om de woningbehoefte voor de natuurlijke bevolkingsaanwas op te vangen. Volgens de ChristenUnie moet het daarom mogelijk worden om de bebouwingscontouren bescheiden te verruimen. Omdat verruiming van de contour aan de andere kant niet moet leiden tot het dichtslibben van de open ruimte, mogen provincies hoge eisen stellen aan de landschappelijke inpassing van nieuwbouwplannen. Zo zou er bij bouwplannen goed gelet moeten worden op de aansluiting van het architectonisch ontwerp bij de bestaande bebouwing en cultuurhistorie. Ook zou er ruimte moeten worden gemaakt voor aantrekkelijke groene zones, zodat de uitbreiding niet tot volledige ”verstening” van een weiland leidt. Want we willen immers ook graag het open en groene landschap behouden. De behandeling van de Vijfde Nota biedt een uitgelezen kans om dit te regelen, en de ChristenUnie zal dan ook een voorstel met deze strekking inbrengen tijdens het debat op 15 april.
In de Vijfde Nota lijkt sprake van een paradox: waar de bescherming stevig zou moeten, namelijk bij grotere gemeenten, geeft de Vijfde Nota veel vrijheid voor uitbreiding van gemeentegrenzen. Maar waar enige ademruimte nodig is, namelijk in de kleine kernen, worden de grenzen te strak getrokken. Geef kleine kernen daarom, als de leefbaarheid in het geding is, de ruimte!
De auteurs zijn respectievelijk lid van de Tweede Kamer voor de ChristenUnie en fractiemedewerker.