„Ik zou best willen gaan helpen”
Toen Bertine Leune (20) uit Gouda op tweede kerstdag hoorde dat de vloedgolf haar geboorteland, Sri Lanka, had getroffen, schrok ze. „Ik denk dan toch aan mijn familie, mijn moeder, die ik daar heb. Ik weet niet of ze nog leven. Als zo’n ramp Afrika zou hebben getroffen, zou dat ook erg zijn, maar in Afrika heb ik geen familie. Dat maakt voor mij het verschil.”
Na een weeklang een vriendin te hebben geholpen bij een verhuizing heeft Bertine tijd om de nieuwsstromen uit de rampgebieden goed te volgen. „Ik kijk naar bijna wel elk journaal, zeker nu ik even vakantie heb. Dat is best emotioneel.”
Twintig jaar geleden werd Bertine vanuit Sri Lanka geadopteerd door de Woerdense familie Leune. Anderhalf jaar geleden ging ze voor het eerst terug, samen met haar vriendin Harriët Kreijkes. Deze zogenaamde roots-reis was vooral bedoeld als een eerste kennismaking met Bertines geboorteland. „We zijn met een christelijke reisorganisatie daar naartoe gegaan en hebben er zelf nog een halve week bij aangeplakt. Daarbij zijn we een dag naar Ratnapura geweest, waar ik ben geboren.”
Bertine en Harriët sliepen tijdens het toeristische deel van de reis vooral aan dé toeristische trekpleister van Sri Lanka, de kust. „Veel hotels zijn daar gevestigd. De mensen waren ontzettend gastvrij.”
In puin
Bertine tovert een stapel foto’s tevoorschijn. Er komt een foto op tafel waarop ze samen met Harriët tussen het personeel van een hotel in het zuidelijke Hikkaduwa staat. Ze realiseert zich dat waarschijnlijk een aantal van de zeven mannen is verdronken. „Of ze moeten een dag vrij hebben gehad. Maar werken, het toerisme, betekent hun leven. De meesten zullen op het moment van de ramp wel in het hotel zijn geweest. En dat lag vlak bij het water.”
Ze toont nog een foto, met uitzicht op de Indische Oceaan. De afstand van het hotel tot de zee was destijds zo’n 10 meter. „Je kunt je niet voorstellen dat zoiets daar gebeurt. De Srilankanen zijn toch al zo arm. Het land ligt helemaal in puin.”
Bertine is te beschroomd om haar gids te bellen, met wie ze tijdens de reis veel contact had. „Dat is een dilemma. Misschien is ze wel op zoek naar familieleden. Dan zit je niet om een telefoontje uit Nederland verlegen. En heel misschien verbleef ze tijdens de ramp wel aan de kust en heeft ze de vloedgolven zelf niet overleefd.”
De waaromvraag is volgens Bertine na de ramp heel moeilijk te beantwoorden. „Het heeft zo moeten zijn. Het liefst zou ik de Srilankanen gaan vertellen over God. Maar ik denk dat dit nu extra moeilijk is voor de mensen die de ramp hebben overleefd. Dit lijkt me niet het goede moment.”
Uitstel zoektocht
Omdat Sri Lanka momenteel wat anders aan het hoofd heeft, stelt Bertine een eventuele zoektocht naar haar moeder nog ruim een jaar uit. „Het duurt zeker één, anderhalf jaar voordat ze de zaken daar op orde hebben.”
Het liefst zou Bertine naar haar geboorteland afreizen om er te helpen. „Het land is zwaar beschadigd. Maar helaas heb ik niet het geld om er weer naartoe te gaan. En ik zit vast aan m’n werk. Bovendien: Kun je er wel helpen? Het is er nu heel erg chaotisch. Maar het trekt me toch best. Het is het land waar mijn biologische ouders wonen. Ik zou allicht iets kunnen uitdelen. Uiteraard heb ik geld overgemaakt. Dat is, naast bidden, het enige dat ik momenteel kan doen.”