Voorpagina 13 december 1999

Syrië: Akkoord met Israël kwestie van maanden

Optimisme over
vrede Midden-Oosten

Van onze buitenlandredactie
DAMASCUS – De Syrische minister van Buitenlandse Zaken, Farouk al-Sharaa, heeft gisteren gezegd dat een vredesakkoord met Israël binnen enkele maanden kan worden bereikt.

„Ik denk dat dit een heel belangrijk moment is in de geschiedenis van het vredesproces”, zei Al-Sharaa, die als eerste Syrische functionaris een officiële reactie gaf op de hervatting, deze week in Washington, van de vredesonderhandelingen.

De minister zei dat Syrië „positief” zal zijn bij de bespreking van alle uitgangspunten die nog niet overeengekomen waren voordat de vorige onderhandelingen in 1996 werden afgebroken. „We gaan met goede bedoelingen naar Washington”, zei hij. „Het is ons ernst om vrede te sluiten met Israël en we zullen doen wat we kunnen om bij te dragen aan het welslagen van vrede tussen de twee landen.”

De Israëlische minister van Regionale Samenwerking, oud-premier Peres, noemde een termijn van een jaar voor vrede met de noorderburen. Andere landen zullen Syrië volgen en vreedzame betrekkingen met Israël aangaan, voorspelde hij. De gezant voor de EU in het Midden-Oosten, Moratinos, verwacht ook „al zeer spoedig” resultaat in het vredesproces.

Nederzetting
Al-Sharaa sprak de verwachting uit dat ook de inspanningen voor een vredesovereenkomst met Libanon deze week in Washington een impuls zullen krijgen. „We denken dat de vooruitgang op de Syrische en Libanese fronten simultaan zal zijn. We hopen een vredesakkoord te bereiken dat zal leiden tot een gelijktijdige Israëlische terugtrekking uit Zuid-Libanon en de hele Golanhoogte”, aldus al-Sharaa, die het Syrische onderhandelingsteam zal aanvoeren. Het Israëlische team wordt geleid door premier Ehud Barak, die zich ook optimistisch heeft getoond over het verloop van de onderhandelingen. Volgens Barak moet het mogelijk zijn om binnen enkele maanden vrede te bereiken met zowel Syrië als Libanon.

De Israëlische radio meldde dat Barak gisteravond met ministers uit zijn partij overlegde over de mogelijkheden om op korte termijn een nationaal referendum te organiseren over de overdracht van de Golan aan Syrië. Baraks woordvoerster Merav Parsi-Tsadok zei echter dat de premier eerst met Syrië wil overleggen en pas daarna plannen wil maken voor een referendum.

Joodse kolonisten hebben gisteren een nieuwe uitbreiding van de nederzetting Katzrin op de Golanhoogte ingewijd. Het gaat om een buurt met 390 woningen. De kolonisten grepen de gelegenheid aan om duidelijk te maken dat zij niets zien in teruggave van hun woongebied aan Syrië.

Op de hoogvlakte wonen 17.000 Joodse kolonisten, maar niet allemaal zijn ze tegen het vredesproces. In tegenstelling tot de kolonisten op de Westoever en in de Gazastrook, die veelal om politieke redenen hebben gekozen voor het leven in een nederzetting, zijn de bewoners van de Golanhoogte er vooral om praktische redenen gaan wonen. Velen van hen hebben bij de verkiezingen van mei op Barak gestemd, terwijl ze wisten dat hij van plan was de hoogvlakte aan Syrië terug te geven.

Kosten
Een vredesakkoord met Syrië waarin afspraken worden gemaakt over terugtrekking van de Golanhoogte, gaat Israël mogelijk ruim 30 miljard gulden kosten. Dit rekenden drie grote Israëlische dagbladen –Maariv, Yedioth Achronoth en Ha'aretz– hun lezers gisteren voor.

De kosten behelzen de ontmanteling van de 33 Joodse nederzettingen in het gebied, schadevergoeding voor de 17.000 kolonisten uit die nederzettingen en de verplaatsing van de troepen die nu in het gebied gelegerd zijn.

De schadevergoedingen voor de huidige bewoners van de nederzettingen belopen volgens Ha'aretz zeker 6,5 miljard gulden. Inbegrepen zijn de schadeloosstellingen voor de bedrijven in en bij de nederzettingen, zoals wijnbouwbedrijven en een producent van mineraalwater in flessen. De verplaatsing van de militairen zou ongeveer 20 miljard gulden belopen.

Volgens Yedioth Achronoth heeft het ministerie van Financiën berekend dat de schadevergoedingen aan inwoners en bedrijven kunnen oplopen tot 20 miljard gulden, terwijl de verplaatsing van het leger 16 miljard zou gaan kosten.

Volgens de krant Maariv kan Israël al die kosten niet opbrengen en daarom zou het van plan zijn de Verenigde Staten en de Europese Unie om hulp te vragen. Ook 'vredestax' zou in bespreking zijn.