Commentaar

Met vertrouwen?

Veel van de inhoud van het nu gepubliceerde conceptregeerakkoord was de afgelopen weken al bekend geworden. Dat varieerde van het afschaffen van de eigen bijdrage voor het Ziekenfonds tot het homohuwelijk en van extra gelden voor de zorgsector tot de verlaging van de maximumsnelheid op autowegen in de Randstad. Thans is het hele pakket aan de paarse fracties gepresenteerd, terwijl ook anderen (oppositie en belangenorganisaties) niet nalaten daar hun commentaar op te geven.

Alles bij elkaar is het een behoorlijk gedetailleerd regeerakkoord geworden. Geen wonder dan ook dat de drie fracties tientallen amendementen op de tekst geformuleerd hebben. Dat roept zo'n gedetailleerd akkoord als het ware op. Alleen al uit het oogpunt van politieke tactiek is het zo dat wanneer de ene partij met wijzigingsvoorstellen komt, de andere daarbij niet achter kunnen blijven.

„Ons land kan de volgende eeuw met vertrouwen binnengaan”, zo luidt de openingszin van het ontwerpregeerakkoord. Is dat inderdaad zo? Is dat vertrouwen ook ergens op gebaseerd? Lang niet alle vertrouwen is immers ook gegrond vertrouwen. Iemand kan in het volste vertrouwen aan een bepaald project beginnen en daarbij lelijk op z'n gezicht vallen.

Hoe staat het met de financiële basis voor het regeerakkkoord? Dat is geen onbelangrijke vraag. Niet alle politieke strijdpunten hebben een financiële dimensie, maar begrotingszaken (en in het algemeen de ontwikkeling van de economie) zijn voor een kabinet wel van groot belang.

Het nieuwe kabinet kan voorlopig rekenen op een gunstige economische ontwikkeling. De inflatie blijft laag en de verwachte banengroei is indrukwekkend. Vandaar dat het regeerakkoord ruim 4 miljard aan lastenverlichting en 9 miljard aan nieuwe uitgaven kan opvoeren.

Maar er is ook een groot aantal onzekerheden. Er zijn nogal wat inverdieneffecten en efficiencyverbeteringen ingecalculeerd. Dat moet allemaal nog waargemaakt worden. Bovendien kondigde FNV-voorzitter De Waal al aan dat men niet verwachten moet dat de vakbeweging loonmatiging als uitgangspunt blijft hanteren.

Uiteraard omvat het kabinetsbeleid meer dan de zorg voor de werkgelegenheid, de economische groei, het financieringstekort en de staatsschuldquote. Hoe worden de lusten en de lasten de komende jaren verdeeld? De voorgenomen belastingverlaging pakt verhoudingsgewijs gunstig uit (althans volgens de gemaakte berekeningen) voor de laagste inkomensgroepen. Het eerste kabinet-Kok kreeg niet ten onrechte het verwijt dat de economische opleving vooral de vermogensbezitters en de hogere inkomens ten goede was gekomen.

Belangrijk is ook dat er extra geld is uitgetrokken voor de zorgsector. De vraag is of de ruim 2 miljard die daarvoor beschikbaar komt, wel genoeg zal zijn. De zorgsector heeft veel weg van een bodemloze put, maar toch is het onvermijdelijk om daar steeds meer geld voor uit te trekken.

Geleidelijk aan wordt gemanoeuvreerd in de richting van een gekozen burgemeester. Er is geen reden om dat toe te juichen, maar er zijn erger dingen. Zoals het homohuwelijk. Bolkestein en andere VVD'ers hebben hun bezwaren daartegen opgegeven. Het nieuwe kabinet –zo is de bedoeling– zal daar met spoed aan gaan werken. Nog dit jaar zal het met een wetsvoorstel komen om het burgerlijk huwelijk open te stellen voor mensen van hetzelfde geslacht.

Dat is heel duidelijk een omkering van waarden. Een dergelijk homohuwelijk is zonder meer een bespotting van de scheppingsordening die God ons heeft gegeven. Organisaties van homoseksuelen zullen dit, na de invoering van de partnerregistratie per 1 januari van dit jaar, zien als de bekroning van de emancipatie van deze groepering, maar dat is dan wel een emancipatie van de zonde. Een aan elkaar gelijk stellen van goed en kwaad.

Uiteraard staat dit homohuwelijk niet op zichzelf. Op veel breder terrein zien wij dat onze maatschappij vervreemdt van Gods geboden. Tegen die achtergrond bezien is er geen reden om de 21e eeuw met vertrouwen in te gaan. Veeleer is er reden tot grote zorg over allerlei ontwikkelingen in de samenleving. Ontwikkelingen die in tal van gevallen (denk ook maar aan de euthanasie) door de overheid zonder meer gelegaliseerd worden.